Deelnemers over hun zwaarste col
Begin 2002 vroegen we onze deelnemers welke col volgens hen de allerzwaarste is. Volgens de indexlijst is dat de Mont Ventoux, maar ervaren de deelnemers dat ook zo? Hier een paar van hun reacties.
Het is voor mij al bijna weer twee jaar geleden, dus ik moet uit mijn geheugen putten. Ik twijfel tussen de Marie Blanque en de Peguere. Ik denk dat ik uiteindelijk de laatste de zwaarste vond. Het is moeilijk te vergelijken omdat de Marie Blanque de eerste van de zwaarste collen was, en er dus nog weinig 'inrijeffect' was. Ik tel daarbij de Puy Marie niet mee, omdat het moeilijke stuk maar erg kort is. Voorts moet in aanmerking worden genomen, dat ik op de ligfiets was. Heb ik niet eerder geschreven, dat op een ligfiets steilte zwaarder moet wegen dan lengte?
Wat is de zwaarste col van de honderd cols tocht? Deze vraag lijkt heel simpel, maar is nog niet zo makkelijk uit te leggen. Want je moet ook naar de omstandigheden kijken van de dag van de col zelf. De Col de Vars is namelijk best wel zwaar na de Col de Bonnette, maar de Col de Vars op zich is weer niet de zwaarste. En zo geldt dat voor meer beklimmingen. De Col de la Couiolle was voor ons ook erg zwaar, omdat dit de laatste beklimming van een warme dag was (om 18.00 uur was het nog 30 graden), en we niet verwachtten dat we nog een beklimming naar het hotel kregen. Dat was namelijk uit de route geknipt. Als we alle cols bekijken, blijkt toch dat voor zowel Simco als voor Wendy de Mont Ventoux bovenaan staat. Tijdens deze beklimming hebben we het meeste afgezien, ook al vanwege het feit dat je de berg al de hele dag kon zien liggen, voordat je deze eindelijk mocht beklimmen. En zeker de stukken in het bos, waren erg, erg, erg zwaar. En toch zijn we boven gekomen, en gingen we vol goede moed naar de volgende col, en de volgende en de volgende. Verslavend he?
Eén reactie is echt te weinig voor een onderwerp waar je werkelijk uren over kunt debatteren. 'Wat is de zwaarste' is zo heerlijk subjectief en daarom geweldig om over te hebben.
In 2000 reed ik de 100 cols tocht (3 juni - 7 juli). Ik reed 'm alleen en met bagage (maar zonder tent). Heel zwaar had ik 't op de Col de Marie-Blanque. De reden daarvoor was dat ik 'm aan het einde van een lange, laatste fietsdag voor m'n eerste rustdag sinds Saverne, nog wilde beklimmen om in Laruns van een vrije dag te gaan genieten. De laatste kilometers zijn erg steil en tijdens die laatste kilometers heb ik een paar keer moeten stoppen om m'n hartslag te laten dalen. Een keer flink hard janken hielp ook. De 100-cols tocht achteraf bekijkend, waren de Pyreneeën überhaupt het zwaarste deel om een aantal redenen.
1) Ik begon relatief ongetraind aan de 100-cols tocht. De eerste 10 dagen van Saverne naar Laruns zijn relatief vlak maar hebben toch een flinke aanslag gepleegd op m'n reserves.
2) De Pyreneeen zijn steil en fietsen met bagage is dan relatief zwaar t.o.v. bijvoorbeeld fietsen in de Alpe.
3) na de Pyreneeen kwam ik in 'berg' conditie. Daarom gingen de Alpen ook relatief eenvoudig. Uitzonderingen wil ik maken voor de Col de l'Iseran en de col du Grand Colombier. De eerste was zwaar vanwege het noodweer (en natuurlijk de lengte). Verkleumd heb ik op de top een uur in de bar gezeten die gelukkig open was. De tweede vanwege mijn eigen fysieke gesteldheid. Ik had een kloppende hoofdpijn en 's avonds zou ik koorts krijgen. Hiermee maar weer aangevend dat of een col voor mij 'zwaar' is of niet bepaald wordt door de eigenschappen van de col, maar zeker ook door andere omstandigheden. Conclusie: het zwaarst was de Marie Blanque.
Voor mij was de Grand Colombier het zwaarst. Het was warm, het stikte van de vliegen die je niet van je af kon houden en behoorlijk steil.
De zwaarste col tijdens mijn 100-cols tocht (13 juni - 11 juli 1998) was de Col d'Agnes. Het was bloedheet, dik 30° C, de bandjes kleefden aan het asfalt en aan de 8 kilometer klim leek geen einde te komen. Misschien was het ook de dag ervoor met de Tourmalet, Aspin, Peyresoude, Mente en Portet d'Aspet die nog in de benen zat. Het waren dus de omstandigheden van de dag die deze col zo zwaar maakten.
Subjectief vond ik destijds de Mont Ventoux de zwaarste en die korte hellinkjes in de Bourgogne naar die riviertjes. Voor de echte grote jongens ga je zitten en je schakelt naar een verzet waarmee je weet dat je boven komt. En als dat je lukt, is geen enkel Col je te zwaar. Dus ken je ook geen "de zwaarste".
De zwaarste col in de Honderd Cols Tocht is volgens mij toch wel de Mont Ventoux gevolgd door de Tourmalet. Beide cols, de Ventoux (2x) heb ik 's ochtends, voordat het warm werd en als eerste col van de dag gereden. Bovendien gemotiveerd doordat het bekende namen zijn.
De Marie Blanque en de Peguere zijn ook zeer zwaar. De Puy Mary was zwaar, een onderling wedstrijdje op het makkelijk deel en nog geen triple voor het laatste steile gedeelte. Het zwaarst heb ik het gehad in 1997 op de Bonette. Geheel tegen mijn principes ben met een smoes om foto's te maken enkele keren afgestapt.
Verzwakt door het fietsen in de hitte heb ik echt afgezien terwijl mijn maatjes, die meestal niet sterker waren, zomaar uit het zicht verdwenen. Afzien op een manier dat het niet prettig meer is en ook achteraf geen voldoening geeft. Wel heb ik nog meer bewondering gekregen voor de Tour de France rijders. Drie jaar later was de Bonnette een makkie.
Denk, dat de zwaarste Col díe is, die je op een (persoonlijk) slechte dag rijdt onder slechte omstandigheden, en die omstandigheden zijn ook weer persoonlijk. Voorbeeld : Col de La Croix de Fer tijdens La Marmotte stijf beginnen en iedereen je voorbij zien rijden - maar nog erger kan zijn de afdaling van de Galibier tijdens "La Galibier" naar Valloire en onderkoeld aankomen.
Willlen jullie toch een col horen : Mont Ventoux bevalt mij nog steeds matig.
Moeilijk te zeggen. Hangt af hoeveel je er op een dag hebt. Welke de laatste is, Heb je n off day, noem maar op. Maar ik weet wel dat de Col de Peguere 'n etterpuist is. Als ik zo terugkijk bijna 2 jaar geleden dan spreekt deze toch het meest in mijn verbeelding.
Na enige afweging kwamen we toch tot de conclusie dat we de Grand Colombier in de Jura het zwaarste vonden. Helemaal met bagage. Uiteraard zijn er nog vele andere zware. Het heeft met de benen en het weer te maken. De Bonnette in de ijzel liegt er ook niet om, evenals de Ventoux in de hitte.
Ik ben het globaal eens met de conclusies die getrokken worden. Hoewel ik altijd van mezelf vind dat ik heel gelijkmatig ben, en niet gemakkelijk last heb van inzinkingen (althans dat mezelf "nooit" toegeef), hangt het toch van de omstandigheden af, en van het verwachtingspatroon. Bij de Puy Mary vraag ik me altijd weer af waar ook al weer de lift is, en als ik eenmaal die sneaky bocht gezien heb en het steil lijkende stuk daarna, fiets ik fluitend naar boven. De eerste keer Peguere kreeg ik de ene klap na de andere. Ik ontdekte een kwartiertje voor dat ik naar boven moest dat er op mijn kaart-copie niet 13% stond, doch 15%. Toen het bordje zei dat het voor zowat alle verkeer verboden was en dat het 18% was, was ik nog niet geheel uit het veld geslagen. Toen ik echter in de volle zon om de asfaltplasjes heen moest laveren en het stukje schaduw dat ik mezelf beloofd had slechts de grootte had van een postzegel, en ik bovendien te weinig staart beschikbaar had om al die horzels van mijn lichaam te meppen, toen kwam ik stil te staan. Als ik niet gestopt was, dan waren mijn natte handen wel van het stuur geglipt en was ik van de fiets geflikkerd. Zie trouwens maar eens weer op gang te komen op een weggetje van twee meter breed en 15% steil. De tweede keer Peguere met niet eens veel koelere omstandigheden had ik geen centje pijn, omdat ik wist wat me boven het hoofd hing.
In mijn eerste 100CT had ik mijn waanzinsscene tussen Arvieux en de eerste serpentines in het bos van de Izoard. Analyse achteraf leert dat ik dicht bij een warmtestuwing zat na het lange warme tegenwindstuk in de Combe de Queras en dat ik daarbij het stukje na Arvieux geheel verkeerd inschatte. Het leek ook vlak: een stukje polder tot daarginds, voorbij "Chez Marius", de bochten beginnen in het bos waar de de auto's van de zondagrijders hoort loeien. Dat vlakke stuk blijkt zowat het steilste te zijn van de Izoard. De eerste keer heb ik voor de eerste bocht een half uur zitten talmen of ik nog wel ooit op zou stappen. Toen ik vervolgens toch aan de eerste serpentines begon viel het verschrikkelijk mee: "als dat alles is...". De tweede keer Izoard was ik gewaarschuwd, de derde keer was het bovendien zeer fris en dan heb je niet gauw last van de warmte.
In de eerste 100CT had ik na de Izoard alleen nog veel te stellen met de Grand Colombier: niet dat ik afgestapt ben, doch ik vond het een kreng... En dat, terwijl ik in Culoz was gestart. Beetje klam-vochtige omstandigheden nadat de dag ervoor, quatorze juillet 1987, met stip de heetste dag van de tocht was die culmineerde in een noodweer dat een camping in Le Grand Bornand wegvaagde. De volgende keren dat ik de Colombier op ging had ik er helemaal geen last meer van dat de bochten nog steiler zijn dan de "rechte" stukken: een gewaarschuwd man.
Ik concludeer voor mezelf dat ik in mijn eerste twee 100CT-en telkens twee keer zo'n boze ervaring had, doch dat het tijdstip op de dag er niet toe deed, de omstandigheden deden er meer toe, en de psychologie het meest.
(Dat kun je nooit in een zwaarteindex vatten.) Mijn derde 100CT was in te kleine stukjes verdeeld om dit soort ervaringen te krijgen. Je moet namelijk al wat langer onderweg zijn...?
Natuurlijk wist ik zelf ook wel, dat een objectieve vaststelling van de zwaarte (de indexlijst) en de subjectieve beleving (zie bovenstaande ontboezemingen) hemelsbreed kunnen verschillen. Want mijn eigen ervaringen zijn niet anders. Ik kan nog steeds heel slecht tegen ballonnen, want twee maal had ik grote problemen met de Ballon d'Alsace (zij het niet tijdens de 100 cols, maar in eerdere ervaringen van de noordkant), en ik heb nooit erger kapot gezeten dan op de Grand Ballon. Maar beide bergen ben ik ook wel eens heel hard opgefietst. Diezelfde Grand Ballon was de enige berg tijdens mijn laatste Honderd Cols waar ik niet voorbij ben gefietst door Jarich. Het verschilt dus nogal van jaar tot jaar en van moment tot moment. Maar na vierenhalve Honderd Cols meen ik toch redelijk objectief aan te kunnen geven wat in mijn geval toch altijd weer hele kluiven zijn. En dan gaat het in mijn beleving niet om de langste (Bonette), maar om de steilste cols, met de Peguere voorop. En ook de Marie Blanque is de vierde keer nog altijd een verschrikkelijke puist. Als het warm is zijn de steile jongens extra moeilijk. En omdat het op de Ventoux eigenlijk altijd wel warm is, scoort die ook heel hoog, net als de Grand Colombier. Toch hou ik het op de Peguere, want daar ben ik nog nooit makkelijk naar boven gereden. Takkebult.