(door Luc van Dingenen, 2005)
Nadat ik de website van de 100 cols ontdekt had kreeg ik ook het idee
om deze tocht eens te doen. Dit jaar(2005) zou ik starten in Cluny
(km.496). Ik had 2 weken vrijaf in mei. Mijn bedoeling was om tot in de
buurt van Avignon te geraken en daar met de trein terug naar Cluny te
reizen. Het eerste stuk van Saverne tot Cluny en de Alpenlus terug tot
aan de start zijn dan voor 2006. Ik ben vertrokken met de wagen
vrijdagnamiddag 29 april. Omstreeks 22.00h was ik in Cluny waar ik een
hotel (31 euro) vond aan de voet van de côte de Jalogny. Daar kon ik
mijn auto op een veilige plaats parkeren zodat ik me daar geen zorgen
over hoefde te maken. Iedere avond schreef ik mijn ervaringen op. Voor
buitenstaanders is dit ongetwijfeld saaie lectuur. Ik heb dit dagboek
vooral voor mezelf gemaakt als aandenken. Ook voor mensen die de tocht
gedaan hebben of nog willen gaan doen. Ik heb ook eerst alle verslagen
op de website gelezen en hier en daar kan men toch iets oppikken wat
voor jou van pas kan komen.
Zaterdag 30 april 2005
Omstreeks 6.30 ben ik dan vertrokken voor het grote avontuur. Ik was wel
benieuwd hoe het zou voelen om 14 dagen helemaal op jezelf te zijn.
Dagelijks voor je eten te zorgen, overnachting te zoeken, de juiste
route te vinden om nog maar te zwijgen over de inspanningen die moeten
geleverd worden, want het gaat hier wel degelijk om de zwaarste tocht
ter wereld.
De eerste 4 côtes van de dag zijn vrij gemakkelijk. Boven op de col de
Crie is alles gesloten dus ik neem mijn eerste stempel in St-Didier na
een mooie lange afdaling. Het weer is ideaal en dus is het genieten van
de rustige omgeving. De col de Casse Froide (index 2.3) is duidelijk van
een ander niveau dan de vorige 4. Net voor de top heb ik een eerste
tegenslag; mijn zadel breekt af aan één kant. Gelukkig heb ik wat
materiaal bij me en ik zet hem enkele centimeter naar voor zodat ik
voorlopig verder kan. Verderop in een dorp informeer ik of er in de
buurt een fietswinkel is om een nieuw zadel te kopen. Niemand kan me
helpen en ik besluit gewoon verder te rijden tot ik in een stadje ben.
Wat verder in Lamure is er een zaterdagmarkt. Ik eet hier wat en ga bij
een Bank voor mijn dagstempel. Het gaat hier steeds op en af en na
enkele makkelijke côtes volgt de la Croix de Signy(index 2.0). Dit zijn
beklimmingen die men bij ons kan vergelijken met een dubbele Rosier in
Spa. Daarna volgt weer een lange afdaling tot in Feurs. Ik ben nu in de
zeer brede vallei van de Loire en het blijft vlak tot in Montbrison.
Hier is een fietsenwinkel en ik koop een nieuwe Sella Italia zadel. Ik
doe hier ook mijn avondinkopen (steeds een pak spaghetti,potje saus,
een brood, wat koekjes en cola). Na wat gegeten te hebben besluit ik
toch nog aan de col l'Homme Mort te beginnen. Na 8 km klimmen stop ik
bij een Chambres d'hôtes. De kamers zijn zo vroeg in het seizoen nog
niet klaar maar ze kunnen me wel een stacaravan (23 euro) aanbieden op
de nabij gelegen camping. Ik ben hier de enige gast. Gelukkig is het
sanitair in orde en kan ik genieten van een warme douche. Het einde van
een (op die zadelbreuk na) geslaagde eerste dag. Vandaag 162 km gereden.
Zondag 1 mei 2005
Iets na 5 uur word ik wakker door de harde wind. Ik eet wat en nog voor
het helemaal licht is begin ik aan de laatste 6 km van deze toch wel
zware col(index 3.3). Stevige wind op kop die gelukkig na de top gaat
liggen. Ik passeer St-Antheme en de thermometer staat er op 6 graden
Celsius. Hier begint de col des Pradeaux, een mooie, gelijkmatige klim.
Op de top ligt nog heel wat sneeuw. Boven linksaf voor een lange
afdaling over een smal, verlaten weggetje tot in Arlanc waar ik een
stevig ontbijt koop. Ik gaf er de voorkeur aan om mijn ontbijt te kopen
bij de bakker (zeker als het weer goed was) want een petit déjeuner in
een restaurant in Frankrijk stelt weinig voor. Veel koffie, wat brood,
boter, confituur en een glas fruitsap. Veel te weinig om aan een dag
fietsen te beginnen.
Nu volgt de col du Procureur. Een stevige klim langs een zeer rustige
weg en dan boven rechtsaf over een drukke weg tot Chaise Dieu. Hier neem
ik een half uurtje pauze om wat te eten en eens een kijkje te nemen bij
de grote kathedraal. Ik vraag gelijk ook mijn dagstempel in de office
du tourisme. Tijdens de afdaling heeft men een mooi zicht op de
kathedraal en dan volgt de côte de Jaladif. Vanaf Brioude stevige wind
op kop en daardoor lijkt de col du Mirial wel zo zwaar als Alpe d'huez.
De stevige tegenwind is vandaag een serieuze spelbreker. Bovendien kan
mijn achterwerk niet wennen aan mijn nieuwe zadel zodat ik veel recht op
de trappers moet lopen. Ondertussen passeer ik een dorpje 'Le Soul'
waar een bord staat; altitude 1000m et 21 habitants. Daarna volgen nog
wat cols en dan weer brute pech. De Puy Marie is nog gesloten vanwege de
sneeuw. Ik rij terug tot Murat en vind daar een hotel (35 euro). 172 km
gereden vandaag.
Maandag 2 mei 2005
Gisterenavond in het hotel heeft men mij nog eens gezegd dat de Puy
Marie nog zeker een week zal dicht blijven. Dus heb ik op mijn kaart een
alternatieve route gezocht zodat ik bij Jussac(km 898)terug op onze
route kom. Ik moet over een drukke RN tot Aurillac. Het is een lange
beklimming over een zeer gevaarlijke weg en dus ben ik blij als ik
eindelijk terug op de route ben. In Jussac gestempeld bij de post en
goed gegeten. Vanaf hier volgt een zeer mooi, wat lichter stuk tot
Laroquebrou.Daarna weer klimmen met mooie colletjes naar Loubressac en
La Poujade. We zijn hier in een zeer droge streek en ik zie vandaag
honderden hagedisjes op de weg. Men hoort ook de ganse tijd krekels. Het
is echt genieten bij zo'n mooi weer. De cols zijn hier minder zwaar.
Ook de wind is wat gaan liggen. Het enige wat tegenwerkt is mijn zadel
en ik doe vanaf nu 2 koersbroeken aan omdat ik anders nauwelijks op mijn
zadel kan gaan zitten. In Gourdon ga ik weer uitgebreid winkelen in de
Lidl. Je staat er van versteld hoeveel je eigenlijk eet tijdens zo een
dag. In mijn drinkbussen had ik gewoon water maar daarnaast dronk ik
elke dag ongeveer 2 liter cola(iets wat ik thuis zelden drink). Vandaag
ben ik zeer goed opgeschoten en heb 211 km gedaan met een gemiddelde van
24 km/h. Ik vind een prima hotelletje achter de kerk in Salviac(voor
slechts 19 euro). Ik heb hier zelfs een TV op mijn kamer met o.a
eurosport . De waard maakt mij s'avonds een prima maaltijd en men heeft
hier Leffe van het vat.
Dinsdag 3 mei 2005
Het is nog wat duister(6.15h) als ik vertrek voor een bijna 'vlakke'
rit, althans volgens de routebeschrijving. Dit valt echter dik tegen.
Het is werkelijk geen moment vlak en ik heb nooit meer heuvels gedaan op
één dag. Natuurlijk geen zware lange hellingen maar toch steeds
schakelen van binnen- naar buitenblad. Heel de tijd rits open en dan
rits weer dicht. De Puymirol is wel 1,5 km stevig klimmen met een stukje
boven de 10 procent. Hier bij de post gestopt voor mijn dagstempel. In
de vallei van de Garonne moet ik omrijden omdat de brug over de rivier
gesloten is. In Astaffort rijden we via een klein binnenweggetje
richting Lectoure. Het wegdek is hier niet altijd even goed. Gelukkig
rijd ik niet lek. Op dat vlak heb ik heel veel geluk gehad want ik ben
tijdens de ganse tocht niet 1 keer lek gereden. Ondanks er vandaag geen
cols te beklimmen waren voel ik mij nu toch het meest uitgeput,
waarschijnlijk ook met de harde tegenwind. In Vic-Fezensac vraag ik een
inwoner naar een goed betaalbaar hotel. Hij stuurt mij naar het centrum
naar hotel d'Artagnan. Een grote hond verwelkomt mij maar voor de rest
is alles in orde. 25 euro voor een kamer. De hoge bergen komen stilaan
in zicht. Vandaag 173 km gereden. Ik zit nu aan een totaal van 718 km in
4 dagen.
Woensdag 4 mei 2005
Vandaag ben ik weer zeer vroeg op weg. Ik gaf er de voorkeur om vroeg te
vertrekken. Gewoonlijk at ik dan een koekje en een banaan en tegen 8
uur (na 30 a 40 km)nam ik een eerste pauze en kocht een uitgebreid
ontbijt. Ik was ook wel benieuwd hoe ik de Pyreneëen ging doorkomen. In
de Alpen had ik al wel de Marmotte gereden maar hier was ik voor het
eerst. Bovendien had ik nog nooit een col beklommen met een rugzak van
bijna 9 kilo. In Marciac was men de markt aan het opstellen. Ik dronk
een koffie op een terras. Het weer was nog steeds goed maar dat zou
veranderen. Nu volgden 3 makkelijke côtes en tegen de middag was ik in
Morlaas waar ik bij de post een dagstempel nam. In Pau was het zeer druk
en de doortocht door het centrum was toch wel gevaarlijk,mede door de
vele verkeerslichten. Richting Gan moet men ook over een drukke weg waar
bovendien een bord staat dat er de afgelopen jaren 25 mensen
verongelukt zijn. Gelukkig kunnen we wat verder rechtsaf richting
Lasseube. Ik krijg voor de eerste keer enkele stevige buien en kan
meteen de plastiek over de rugzak eens testen. Deze blijkt gelukkig
waterdicht zodat ik me daar geen zorgen over hoef te maken. (ik had een
prima fietsrugzak gekocht van het merk VAUDE alpin 25+5)
De col d'Osquich viel nog wel mee maar de Gamia was andere koek. Zeker
na bijna 200 km maar eens boven word je beloond met een prachtig
uitzicht. Ik was daar gans alleen met een grote kudde schapen en enkele
zeer grote roofvogels (gieren?) boven mij in de lucht. Dan volgde een
afdaling tot St.Jean-le-Vieux waar ik het hotel nam naast de kerk.
Vriendelijke eigenaar die me ook wat materiaal gaf om mijn fiets te
kuisen. Vandaag 193 km met een gemiddelde van 22.
Donderdag 5 mei 2005
Nu was ik echt aan de voet van enkele kleppers. De Burdincurucheta is
een beest van een col en wat een geluk dat ik deze niet na 100 of 150 km
op moest. De waard zei me dat het gans de dag ging regenen en boven
zelfs sneeuwen. Hij verzekerde me wel dat de cols in de buurt allemaal
open waren. s'Morgens mijn goretex anorak aangedaan en wat een geluk dat
ik deze mee genomen had. Het regende keihard toen ik aan de voet van de
eerste col kwam. Hij is werkelijk loodzwaar en ik heb enkele keren voet
aan de grond moeten zetten. Door de regen, mijn natte kleren, mijn
zware rugzak en de steiltegraad van deze bergen zou dit de zwaarste dag
worden. Eens boven volgt een zeer korte afdaling waarna men op een
plateau komt om dan linksaf verder te klimmen tot de col Bagargui. Bij
mooi weer is het hier zeker plezant fietsen. Boven was gelukkig een gîte
open. Daar heb ik bijna 2 uur bij het haardvuur gezeten wat gegeten en
alles laten drogen. Tegen de middag werd het wat lichter en besloot ik
af te dalen naar Larreau. Het regende nu wat minder dus moest de Soudet
er ook nog aan vandaag. Aan de voet stond een bord'ouvert'. De eerste
kilometers zijn niet steil maar vanaf St- Engrace wordt het steiler.
Aanvankelijk stonden er elke kilometer borden met de gegevens over de
col maar daarna waren de meeste borden verdwenen. Waarschijnlijk
gestolen door souvenirjagers. De regen ging nu langzaam over in sneeuw
en je zag geen 50m ver . Boven op de top was de weg helemaal dicht
gesneeuwd. Boven al mijn kleding die ik bij me had aangedaan en dan
begonnen aan de afdaling. Aan deze kant van de berg nog meer sneeuw dus
zeer traag naar beneden gereden. Na een km of 4 dalen rechtsaf over een
zeer smal slecht weggetje. De weg was nu meer veranderd in een rivier .
Misschien kan men toch beter over de grote weg blijven dalen want dit
was zeer gevaarlijk zeker met half bevroren handen. Vandaag 110 km
gedaan maar onder deze barre omstandigheden ben ik toch tevreden. Weinig
hotels in deze streek maar toch heb ik een mooi groot hotel gevonden in
Lurbe St-Christeau.(kamer met bad voor 40 euro, deugd dat deed!!!!!)
Vrijdag 6 mei 2005
Zoals eerder vermeld had ik kocht ik steeds de nodige dagelijkse
proviand. Ik had ook een gasbrandertje(opvouwbaar met één vuur)mee zodat
ik bij aankomst (meestal tussen 16.00 en 17.00)in het hotel eerst mijn
spaghetti en saus kon klaarmaken. Ik kookte in een oude gamel (nog van
bij het leger). Dan was de grootste honger gestild en meestal at ik dan
s'avonds nog een soep en een salade in het restaurant. Een MP3 speler
had ik ook mee zodat ik s'avonds in bed nog wat muziek kon beluisteren.
Om 6.30 vertrokken en na 4 km moet ik linksaf voor de Marie Blanque. Nu
komen de bekende cols uit de tour de France eraan. Het is bar koud maar
de zon schijnt en er is mooi weer voorspeld voor de volgende dagen. Dat
geeft terug moed. Als men te dikwijls nat wordt of echte regen dagen
heeft is de tocht heel wat minder aangenaam. Ik zou vanaf nu geen
druppel regen meer krijgen tot de laatste dag één onweer. Op dat vlak
heb ik dus ook veel geluk gehad.
Een tiental km. klimmen met verschillende stukken boven 15 procent. Zo
vroeg op de dag ben ik nog fris maar de zwaarste stukken wegen toch
door. De Marie Blanque is een rechte weg zonder haarspeldbochten.
Oppassen voor loslopende koeien. Daarna volgt een prachtige afdaling met
in de verte besneeuwde toppen. In Bielle(km 1534) rechtsaf richting
Laruns tot de voet van de Aubisque. Weer een domper want Aubisque en
Soulor(later ook de Tourmalet)zijn' Fermé.' Een plaatselijke boer
verzekert me dat er geen doorkomen aan is de eerste 2 weken. Er zit
niets anders op dan terug te rijden naar Bielle en dan via Lourdes, om
dan in st-Marie de Campan (km 1642)terug op de route te komen. In
Lourdes even een kijkje gaan nemen. Het weer is goed en daarom dubbel
spijtig dat ik deze kleppers moet laten liggen. In de vallei richting
col d'Aspin blaast een stevige rugwind en dat scheelt een pak.Afdalen
tot Arreau waar zo vroeg in het seizoen geen enkel hotel open is. Ik
besluit dus aan de Peyresourde te beginnen maar na 5 km klimmen in
Borderes vind ik toch een mooi hotel langs de weg. Voor 58 euro heb ik
een kamer met bad en half pension. Vandaag 155 km gedaan.
Zaterdag 7 mei 2005
Vandaag vertrek ik voor wat later zou blijken,de mooiste dag van de
ganse tocht. s'Morgens vroeg is de zon al van de partij. Natuurlijk is
het wel fris in het hooggebergte maar ik kan toch vertrekken zonder jas.
Mijn helm zat steeds in een netje bij de rugzak. Ik zette hem altijd op
voor de afdaling en meestal deed ik op de top ook mijn anorak aan. Van
cols zoals de Peyresourde houd ik wel. Hij is lang en niet al te steil.
De omgeving is hier prachtig en mijn moraal staat hoog vandaag. Nu volgt
een lange afdaling tot Luchon waar ik stop bij het treinstation voor
een dagstempel. Er volgen een 20-tal km door de vallei tot Cierp-Gaud en
dan rechtsaf naar St-Beat. Hier begint de col de Menté.Deze is steil en
lang en heeft niet voor niets een index van 8.0. De benen zijn echter
goed vandaag en net als ik de top bereik gaat de gîte open en kan ik
stempelen. De stempels verzamelen geeft toch wel iets extra aan deze
tocht. Op vele plaatsen zijn de mensen duidelijk al vertrouwd met ons
groene boekje.
In de col de Portet d'Aspet zitten enkele zeer steile stukken maar hij
is gelukkig niet zo lang. Tijdens de klim ben ik even gestopt bij het
monument van Fabio Casartelli. De beelden van toen komen terug en men is
hier wel even stil. Er volgt weer een lange afdaling en in
Castillon(km1768)begint de volgende zware klim. De col de la Core mag
zeker niet onderschat worden. Enkele km. voor de top maakt men nog een
grote lus en zie je al van ver waar je heen moet. In deze kom is veel
thermiek en er werd geparapent. Boven waren nog enkele couloirs met vrij
veel sneeuw. Het is weekend en vandaar was er vrij veel volk op de top.
Veel gezinnen met kinderen die in de sneeuw aan het spelen waren. Dan
volgde een mooie afdaling tot Seix waar ik aan een volgende stukje,
prachtige route begon. In de vallei langs een rivier waar veel
watersport gedaan werd.(o.a. kayak,rafting). Het weer was ideaal
vandaag,lekker zonnig en niet te warm. Na enkele km linksaf en langzaam
terug omhoog voor de laatste col van de dag nl. col de Latrape. Deze was
ook nog best pittig aan het einde van de dag.In Aulus les Bains een
goedkoop hotel gevonden voor 20 euro. Mijn fiets kreeg een plaats in een
garage. In de meeste hotels krijgt je fiets een veilige droge plaats.
De meeste zijn ook benieuwd waarom je alleen bent . Als je dan vertelt
waar je mee bezig bent valt hun mond open van ongeloof en verbazing.
Vandaag 146 km gereden met 5 supercols onder de beste omstandigheden en
door een fantastisch decor.
Zondag 8 mei 2005
Gisterenavond nog langs de info geweest en daar werd me verteld dat de
col d'Agnes nog gesloten was. Een andere weg naar Massat ging over de
col de Saraillé. De zoon des huizes was speciaal opgestaan om mijn
ontbijt klaar te zetten. Om 7 uur op de fiets. Deze weg zal wel wat
lichter zijn dan langs col d'Agnes maar toch ook zeker de moeite waard.
Langs kleine gehuchtjes over een smal verlaten weggetje tot de col. De
afdaling tot Massat is steeds over dezelfde D17. Het is wel makkelijk
dat zelfs de kleinste weggetjes in Frankrijk een nummer hebben zodat je
steeds kan zien of de juiste weg genomen hebt. Ik ben tijdens de ganse
tocht niet één keer verkeerd gereden. In Massat begint de beklimming van
de col des Caougnous met aansluitend de verschrikkelijk steile Peguere.
Hij is een stuk zwaarder en langer dan Stockeu. Mijn 39/28 was
duidelijk onvoldoende.Hier zou een tripple zeker van pas komen. Eens
boven laat je de Pyreneëen voorgoed achter je en volgt een afdaling van
tientallen kilometers tot Chalabre. Tussendoor heb je nog één lichte
côte te verwerken. In Foix ben ik even gestopt voor een dagstempel bij
het station. De col de St-Benoit was voorbij voor je het besefte. Nu kom
je in een totaal andere streek en je ziet hier en daar al wijngaarden.
In Limoux rijd je langs een kalme weg tot Carçasonne met onderweg 2
kleine heuveltjes. Deze stad is ook erg druk en ik verkoos verder te
rijden tot Caunes. Hier vond ik in het centrum een B&B bij een
vriendelijk Amerikaans koppel.25 euro voor een kamer. Caunes is een
klein stadje met kleine steegjes in het centrum. Geen restaurant
gevonden maar wel een pizzeria waar ik de pizza van het huis wel kan
aanbevelen.190 km op de teller vandaag. Ik zit nu aan een totaal van
1500km.
Maandag 9 mei 2005
Gisterenavond nog eens een andere taal kunnen praten en het blijkt dat
in deze wijnstreek meerdere Amerikanen komen wonen zijn. Vandaag zal ik
weer de ganse tijd langs toeristische,bijna autoloze wegen fietsen. Deze
zijn in de Michelin gids met groen omlijnd. Het weer blijft goed . Om
6.15 wordt er enkele huizen verder bij een bakker net geleverd en ik mag
er vlug wat inkopen doen. Dan begin ik aan de 15 km lange klim naar de
col de Salettes. Zeer mooie weg en enkele keren gestopt voor wat foto's.
Intussen ben ik al mijn foto's kwijt daar mijn PC gecrasht is en ik had
ze nog niet eerder op CD-rom gezet .Daarom zeg ik nu al lachend tegen
mijn vrouw dat ik verplicht ben nog een tweede keer te moeten gaan om
nieuwe foto's. Hier ben je precies alleen op de wereld en ik rijd
kilometers zonder ook maar één wagen of persoon tegen te komen. In
St-Pons is wel volk en hier moet ik linksaf voor de niet te
onderschatten col du Cabaretou. Deze loopt wel langs een wat drukkere
weg met vrij veel vrachtwagens. Boven rechtsaf maar er volgt voorlopig
nog geen afdaling. Er volgt wat vals plat en nog enkele kleine
colletjes. Na de col de la Bane begint de afdaling tot in Fraisse. Hier
ga ik winkelen en weer niets dan ongeloof als ik mijn verhaal vertel.
Ook nog vlug gestempeld in het piepkleine postkantoortje van Fraisse.
Hier begint de col de la Landette. Zeer mooi over een zeer smal
weggetje. Boven staan toch twee huizen en het lijkt of de tijd hier is
blijven stil staan. De geiten en varkens lopen gewoon los. Ik ben zelfs
niet zeker of er wel elektriciteit is.
In Murat zie je eindelijk terug wat mensen. Hier begint een lange
afdaling tot Fayet met even een knikje na Amac. Na de col du Perthus kom
je in een volledig ander landschap.Van weiden,velden en bossen kom je
opeens in een droog,rotsachtig gebied met wat lage begroeiing. Na Lodève
heb ik even moeten zoeken naar de juiste weg. In Soubés begint de côte
de St-Pierre. Boven volgt een lange rechte weg en dan een mooie afdaling
naar Madiéres (km2191). Hier vul ik mijn drinkbussen bij een bron aan
de kerk en besluit dan nog verder rijden tot aan de voet van de Aigoual.
Ik vind een fietsvriendelijk hotel in Vigan(de zoon is renner).Ze zijn
ook benieuwd naar wat ik allemaal te vertellen heb. Ze kunnen het niet
geloven dat je zoiets op je ééntje durft te doen.21 euro voor de kamer.
Weer een zeer geslaagde dag en 205 km gedaan vandaag.
Dinsdag 10 mei 2005
Deze morgen is het zwaar bewolkt. Van hier is het ongeveer 40km
onafgebroken klimmen tot de top van de Mont Aigoual. Halverwege in L'
Espérou kun je wat recupereren. Op de top is het zicht nauwelijks enkele
meter. Het is hier zeer mistig en koud. Gelukkig is het restaurant op
de top al open. Ik koop wat eten en enkele kleine souveniertjes. Tijdens
de afdaling trekt het open en de rest van de dag schijnt de zon. Toch
spijtig dat ik boven geen zicht had. Daarna volgen met de Solpierre en
de St-Croix twee vergelijkbare beklimmingen. Beide ongeveer 8 km maar
toch vrij steil. Bij de eerste ziet men van ver de top maar toch is het
dan nog een heel eind. Tussendoor passeert men Barre waar de weg was
onderbroken(ongeveer 3 km over kiezel en zand). In Barre stop ik bij het
postkantoor voor een dagstempel. In St-croix moet je even over een
voetgangersbruggetje. 50m verder is een winkel en daar eet ik . Deze
namiddag krijg ik de wind in de rug en tegen 16.00 ben ik in Uzés. Hier
zijn hotels genoeg maar wel zeer duur. Het goedkoopste is 75 euro,alleen
voor de kamer.Zoveel wens ik niet te betalen en daarom rijd ik verder
tot Tavel. Hier vind in een B&B nl.Les chambres de Vincent. We zijn
nu in de streek van de grote rijke wijnboeren. s'Avonds is het buiten
nog aangenaam warm. Ik zit tot 23.00 in de tuin samen met de uitbater
die mij allerlei ingewikkelde verhalen verteld over hoe de plaatselijke
rosé gemaakt wordt. Ik spreek wel wat Frans maar van de termen die hij
gebruikte verstond ik amper de helft. Later op de avond arriveerde ook
nog een koppel uit Ekeren zodat ik ook nog eens Vlaams kon praten.
Vandaag 212 km gereden en de Mont Ventoux komt in zicht.
Woensdag 11 mei 2005
Van Tavel tot Bédoin (aan de voet van de Mont Ventoux)is het nog 50 km
zonder noemenswaardige moeilijkheden. Het gaat meestal over vrij saaie
en drukke wegen. Je passeert de Rhône en het bekende
Chateauneuf-du-Pape. In Carpentras rijd ik even verkeerd in het centrum.
Wat later ben ik in Bédoin en hier moeten de reservetanks nog eens goed
bijgevuld worden. Ik ga ook bij de post binnen voor een dagstempel. Tot
Les Bruns lichtjes omhoog maar daarna constant 10 procent. De eerste
keer dat ik zoveel andere fietsers tegen kom. Vanaf Chalet Reynard heb
ik een lichte rugwind en mede daardoor lukt het mij om de top vrij goed
te bereiken. Onderweg wel even gestopt bij het monument van Tom Simpson.
Boven gestopt voor een mooie stempel en een blikje cola. Toch even
genieten van het mooie uitzicht en dan goed aankleden en afdalen over
een brede weg met vele lange rechte stukken. Hier haal ik mijn
snelheidsrecord(85 km/h)en je mag er niet aan denken moest je dan een
klapband krijgen. In Malaucene is het markt en ik koop een gebraden kip
en een groot stokbrood. Thuis zou ik daar 2 dagen van kunnen eten maar
nu gaat het vlot naar binnen samen met een fles cola. Vanaf hier maakt
men eigenlijk een rondje om de Mont Ventoux heen. De wind blaast weer in
mijn voordeel en de kleine colletjes gaan vanzelf. In Mollans en
Montbrun nog gestempeld. Tijdens de beklimming van de L'Homme Mort
pakken de onweerswolken samen. Gelukkig blijft het praktisch droog en
voor ik beneden was scheen de zon terug. In Simiane-le-rotonde vind ik
een kleine Auberge. Ik ben de eerste klant van dit jaar denk ik. De
uitbater is een zeer zonderlinge kerel maar later komt de vrouw thuis.
Zij is wel vriendelijk en nu voel ik me toch wat meer op mijn gemak. De
kamer kost 30 euro. Ik vraag hoe ik best in Avignon kom. Ik rij
morgenvroeg nog tot céreste.(km2628)),mijn eindpunt voor dit jaar) Daar
ga ik van de route tot Apt en dan neem ik de bus tot aan het
treinstation van Avignon.
Donderdag 12 mei 2005
Het stukje van Simiane tot Cereste is nog zeer de moeite. Hier zal ik
waarschijnlijk in 2006 terugkeren om mijn tocht verder te zetten. In Apt
moet ik een uurtje wachten op de bus. In Avignon kan ik een treinticket
nemen tot Maçon met één overstap in Lyon. Van Maçon moet ik nog een
uurtje met de fiets tot Cluny. Ik ga nog even langs bij het hotel en ben
diezelfde avond nog terug thuis in Wechelderzande.
Opmerking:
Ik vond het een zeer mooie ervaring. Voor diegenen die de tocht in
één keer rijden doe ik mijn petje af. Niemand mag deze tocht
onderschatten en het vraagt toch een goede conditie en veel
doorzettingsvermogen. Velen zeggen dat je gek moet zijn om hier alleen
aan te beginnen. Dat vind ik zeker niet maar de vraag waarom je het doet
is moeilijk te beantwoorden.Ik kan alleen nog zeggen dat ik er van
genoten heb en ik ga zeker de rest van de tocht ook nog rijden.
Na mijn positieve ervaringen in 2005, toen
ik het deel tussen Cluny km496 tot Céréste km2627 reed, zou ik dit jaar
de tocht afmaken. In mei van Saverne tot Cluny.Vandaar doorsteken tot
Censeau km 3593 voor het laatste stuk terug tot Saverne.Tijdens onze
vakantie in juli in de buurt van Bourg D'Oisans deed ik in 2 dagen het
deel van Céréste tot de Lautaret.Aan het einde van onze vakantie bleef
ik dan op de Lautaret achter om van daaruit het laatste deel tot Censeau
aan te vatten.Daar aangekomen ben ik toch maar verder gereden tot
Saverne zodat ik al een deel van een eventuele tweede tocht begonnen
ben.
Net als vorig jaar heb ik een dagboek bijgehouden en hier volgt mijn
verslag.
Zaterdag 20 mei 2006
Voor dit deel van de tocht was ik niet alleen . Mijn vrouw fietst ook
vrij veel en zij wou ook wel eens een stuk proberen. Met zijn 2 is de
tocht toch plezanter en aangenamer. Het weer was echter een spelbreker,
zeker de eerste dagen.Tot Cluny kregen we stevige, soms stormachtige
wind op kop.
s'Morgens vroeg gestempeld in het station van Saverne. Dadelijk volgen
al enkele stevige beklimmingen. Op de col de Valsberg begon het al te
regenen en dat zou zo blijven vandaag. Het leek wel herfst, overal
bladeren en afgerukte takken op het wegdek. In Abreshviller begint de
lange klim naar de col du Donon. Niet te steil en steeds langs de rivier
stroomopwaarts. In het bos naar de col de Praye moeten we regelmatig
stoppen omdat er takken op de weg liggen. Het is echt hondenweer
vandaag. Er volgt een lange afdaling tot Moyenmoutier. Na Evital volgen 3
cotes, steeds over kleinere wegen. Het weggetje na de Mon Repos is in
slechte staat en mijn vrouw heeft een lekke band. Daarna zijn de wegen
vlakker maar door de harde tegenwind moeten we zelfs tijdens lichte
afdalingen stevig blijven doortrappen. In Arches overnachten we in een
hotel vlakbij de weg naar Hadol. Ondanks het slechte weer hebben we toch
156 km gereden.
Zondag 21 mei 2006
Om 6.30h zijn we vertrokken en de harde rukwinden waren nog steeds
van de partij. Het weer is toch wel de belangrijkste factor . Als het
meerdere dagen slecht is werkt dit op de moraal en is het even
doorbijten en uitkijken naar beter. Zo vroeg is het zeer rustig en we
zien nauwelijks auto's en mensen voor Bains-les-Bains. In Fontenoy
krijgen we in de dorpskern een kilometer kasseitjes voor de wielen. Op
papier is dit een vlakke rit maar met deze wind voelt de minste stijging
als een echte helling. In het stationnetje van Jussey is een persoon
aanwezig. Hij geeft ons een dagstempel en vertelt ons dat er geen
treinen stoppen op zondag. Vandaag passeren we op 2 of 3 stadjes na,
allemaal piepkleine dorpjes met daartussen hectaren akkers en velden.
Aan het einde van de dag krijgen we nog een lange klim(10 km). Gelukkig
door een bos zodat we toch wat beschut zijn tegen de wind. In het dorp
ben je nog niet op de top en kom je terug in de velden. Slechts de
laatste 2 km tot St-Seine-Abbaye zijn dalend. We nemen een Logis De
France. s'Avonds lekker gegeten. Het hotel is echter niet goedkoop.
Maandag 22 mei 2006
We krijgen al direkt een klimmetje van 0.3 index. Richting Baulme
krijgen we een lange afdaling tot Pont-de-Pany. Het landschap verandert
hier kompleet. De uitgestrekte akkers en graanvelden zijn plots
verdwenen en we komen in een meer bosrijke omgeving met enkele rotsen.
Bij de aanvang van de Gergeuil krijgen we een stukje landschap dat sterk
doet denken aan de Cevennen. De klim is vrij zwaar en het blijft golven
tot Bruant. Daarna duiken we de 'Bourgogne'binnen en komen tussen de
wijngaarden. Tot Beaune blijven we dalen en hier volgt een drukkere weg.
Net voorbij Farges moeten we voorbij slagbomen over een zeer slechte
bosweg. Opgelet voor de vele putten. In Givry gestempeld bij de bakker.
Na de middag begint het weer hard te regenen zodat de 3 cols richting
Cluny zwaar doorwegen. We overnachten in hetzelfde hotel d'Heloise als
vorig jaar. Er staan nu 495 km op de teller.
Dinsdag 23 mei 2006
Van hier moeten we doorsteken tot Censeau km 3593. Een stuk kunnen we
de bus nemen zodat we in Censeau toch nog een stuk van de route kunnen
fietsen vandaag. Tot Levier rijden we weer langs rustige wegen waar toch
regelmatig een auto komt voorbij geraasd. Omdat het hier zo rustig is
wordt er door sommigen zeer hard gereden. Richting Septfontaines vallen
we de ATAC aan. Hier is alles te verkrijgen aan matige prijzen.
Deze streek doet me denken aan de Ardennen bij ons. De cote D'Evillers
is een makkie,zeker nu we de wind in het voordeel hebben. In Longeville
moeten we omrijden langs Vuillafans. Een prachtige afdaling en een mooi
stuk langs de rivier tot Lods. Dit is een zeer mooi dorpje en we
overnachten in het hotel bij de brug.
Woensdag 24 mei 2006
We waren weer vroeg uit de veren en om 6.30 beginnen we aan de col
D'Athose. Op papier is deze zwaarder dan bv. de Donon maar aan het begin
van de dag valt het toch mee. Voorbij Epenoy krijgen we een zeer smal
bosweggetje richting Adam-les-Vercelles. Steeds golvend tot
Pierrefontaine over toch wat drukkere wegen. Na Laviron volgt een
afdaling tot Sancey waar we de wekelijkse markt passeren. Nog wat op en
af tot de col Ferrierre en dan dalen we verder tot L'Isle. Na Gémonval
dalen we over een smalle weg (max.3,5ton)in slechte staat. Best opletten
hier en snelheid minderen. De cote de Corcelles is kort en steil en
goed opletten dat men op tijd links afdraait. Door steeds richting Lure
te volgen moet men wel uitkijken dat men de autosnelweg niet opdraait.
Het weer is nu een bondgenoot geworden. De juiste temperatuur en wind in
de rug. Zo schieten we goed op en na een bord spaghetti in Giromagny
beginnen we aan de Ballon D'Alsace. Boven is het behoorlijk druk.
Tijdens mijn tweede tocht heb ik boven op de top in hotel Sommet
overnacht en dit is toch wel een aanrader. Voor 50 euro half pension( 2
personen 70 euro). Lekker avondeten (soep, groentebuffet en frit
biefstuk en ijs) en uitgebreid ontbijt buffet waar ik om 6 uur al
terecht kon. Nu reden we door tot Bussang waar we overnachten in de
Logis de France.
Donderdag 25 mei
Voor deze namiddag is er slecht weer voorspeld dus willen we zo vroeg
mogelijk over de Grand Ballon zijn. Om 6 uur beklimmen we langs een
grote,drukke baan de col du Bussang. Tijdens de afdaling moeten we in
Urbés rechtsaf en rijden we tot Willer langs een gemarkeerde fietsroute.
Hier begint de beklimming van de Grand Ballon. Voor mijn vrouw is het
de eerste keer dat ze een col van dit kaliber beklimt. Eens boven de
boomgrens is er verschrikkelijk veel tegenwind en wordt het even
moeilijk. We rijden hier amper 6 à 7 km/h maar een kwartierje later zijn
we boven. Op de top is er zo vroeg toch al veel beweging. Op
Hemelvaartdag is er jaarlijks een loopwedstrijd. Ze vertrekken ook in
Willer en lopen recht naar de top. Ik begin er niet aan maar dat zullen
zij van 100 cols-rijders ook wel denken. Even dalen en daarna wat
golvend tot de col du Platzerwasel. Hier volgt een ferme afdaling tot in
Munster. Even zoeken naar de rue des Bouleaux. Langs een smal, steil
weggetje klimmen we tot bij het sanatorium. Wat later komen we terug op
de grote weg tot de collet du Linge. Dan volgt de Wetstein waar we even
halt houden bij het militaire kerkhof. Een prachtige streek om te
fietsen is het hier. Langs het Lac Blanc zijn we wat later op de col du
Calvaire. We steken de drukke baan over bij de Bonhomme en krijgen dan
nog een flinke kuitenbijter met de col du Pré des Raves. Die valt effe
tegen maar wat later volgt de beloning met een mooie afdaling naar
St-Marie-aux-Mines. We slapen in hotel du Tunnel vlakbij de ingang van
een tunnel die momenteel gesloten is.
Vrijdag 26 mei
De regen valt met bakken uit de hemel maar toch beginnen we aan onze
eerste col van de dag. De col de Ste-Marie is niet zo lang maar wel
steil. Doorweekt komen we boven. De afdaling is dan ook verschrikkelijk
koud. We rijden achterdoor naar Provenchères waar we stempelen. Het
wordt droger. Op de col d'Urbeis moet je linksaf nog een heel eind
verder klimmen. Honderden hectaren naaldbossen en zeer rustige wegen. De
col de la Charbonnière is voor dit deel het laatste grote obstakel. We
stijgen hier een laatste keer tot 1100 m .Voorbij Le Hohwald linksaf .
Vanaf hier moeten nog heel wat kilometers geklommen worden. In Mont
-st-Odile is het zeer druk ondanks het mindere weer. Er staat een
klooster boven op de top. Op de parking staat een grote tent voor de
bezoekers want er zijn verbouwingswerken aan de gang. Afdalen richting
St-Nabor. We krijgen nog een zeer mooi stuk langs een route forestière
richting Cosswiller. We rijden hier door een indrukwekkend woud. Je hebt
hier de tijd om de ganse tocht nog eens te overpeinzen. Het einde van
dit deel komt in zicht. In Saverne nemen we onze laatste stempel bij het
station.
Vrijdag 7 juli
Tijdens deze 2-daagse reed ik 450 km. Als je de tocht in één keer
doet is deze m.i. onmogelijk maar met een minimum aan bagage en
voldoende rust voor en na is het me toch gelukt. In Céreste km2627, waar
ik vorig jaar gestopt was, begon ik aan dit prachtige deel. Ik ben
topfit en goed uitgerust en daarom wil ik vandaag tot aan de voet van de
Bonette geraken. Goed opgewarmd bereik ik Manosque. Het is een drukke
stad en ik ben blij dat het eens over de Durance toch terug wat rustiger
wordt. Ik rijd hier langs vele lavendelvelden en ze ruiken geweldig.
Het weer is ook perfect en ik ben zo in Moustiers-Ste-Marie. Hier
beginnen de wereldbekende Gorges de Verdon. Men heeft een zeer mooi
zicht op het meer. Bij Point Sublime is de parking overvol. Vooral
Belgische en Hollandse nummerplaten. Bij de Pont-de-soleils wordt er
veel aan watersport gedaan. Het blijft genieten in deze prachtige
streek. In Jabron kan ik geen stempel vinden. Ook de dame van het kleine
antiekwinkeltje in Brenon kan me niet helpen. In Chateauvieux kan ik in
bar-restaurant' La Gruppi'wel een stempel bemachtigen. Het lijkt of de
schapen hier uit de gevel stappen. Ik moet even over een drukke weg een
sla daarna rechtsaf richting St-Auban. Wat later linksaf voor de
gevreesde col Du Buis. Een smalle weg en bij momenten vreselijk steil.
Bovendien hoor ik donder en wat later een stevig een onweer. In La Serre
komt het vervolg. De aanvang van de Félines is zo steil dat ik even van
de fiets moet. De afdaling eindigt over een Romeinse(?) brug met bogen
in Entrevaux. Aan de Pont de Cians linksaf voor mijn laatste ware
opdracht van de dag. Het rode gesteente in deze kloof is uniek. In Beuil
volgt nog een zwaar stuk tot de col de la Couillole. Volledig uitgeput
bereik ik de top. Er volgt nog een zeer lange afdaling over soms smalle
stukken (langs ravijnen) tot St-Sauveur. Wat later komt mijn vrouw met
de wagen en zij zal morgen het traject mee volgen zodat ik geen bagage
moet dragen. We overnachten in het centrum en krijgen een goede maaltijd
voor een matige prijs. In het centrum zijn er vele, smalle steegjes,
mooi gekasseid. Het is een mooi stadje, alleen spijtig dat de rivier
bijna droog staat.
Zaterdag 8 juli
Vandaag staat de koninginne-etappe op het programma. Mijn gedachte is
bij de duizenden die vandaag de 'Marmotte'gaan rijden. Maar met de
Bonette, de Vars, Izoard en Lautaret is mijn dag nog zwaarder. De weg
richting Isola gaat langzaam omhoog. De Proxi is nog niet open maar de
knappe uitbaatster is toch zo vriendelijk om me een stempel te geven. We
blijven klimmen langs de Tinée en ik neem enkele haarspeldbochten tot
de col de St-Maur. Dan volgt een korte afdaling en in St Etienne moet ik
even omrijden wegens werkzaamheden. Vanaf hier wordt de weg steiler.
Even voorbij Pont Haut, waar de kloof op zijn smalst is, zie ik aan de
overkant van de rivier een wolf. Ik stop even en als hij mij ziet
verdwijnt hij. Ik ben hier in het Nationaal park van Mercantour. Hier
leven wolven maar de kans dat men ze ziet is toch wel erg klein. De weg
wordt steeds steiler en vanaf Boussieyas kom ik in de weiden. Ik passeer
nog een rij vervallen huizen en begin aan het laatste steile stuk. Van
hieruit kan men het afgelegde stuk overschouwen. Een zeer mooi zicht. Op
de col ga ik even linksaf en doe het korte lusje tot de top. Mijn vrouw
is al boven en ze neemt een foto bij het monument (2802 meter). De
afdaling tot Jausiers is zeer de moeite, zeker bij goed weer. In de
Ubbaye waait een stevige rugwind en dat scheelt een pak. Ik word
eigenlijk naar St-Paul geblazen. Vanaf hier wordt het steiler, doch
zonder rugzak kost het me weinig moeite.Aan de overkant is een groot
skigebied. Er staan dan ook vele hotels. Wat verder krijg je een
prachtig zicht op de Glacier Blanc met de Barre des Ecrins. In
Guillestre rechtsaf en de rugwind in deze vallei neemt nog toe. Ik klaag
niet en 'vlieg' stroomopwaarts. Wanneer ik links richting Arvieux ga
wordt het weer steiler. In Arvieux nog eens gestempeld en goed gegeten.
De laatste km langs de Casse Déserte zijn loodzwaar en ik ben blij
wanneer ik de top bereik. Boven begint het wat te druppelen dus begin ik
maar te dalen, tot Briancon. Vlug het station binnen voor een
dagstempel. Daarna volgt nog een minder aangenaam stuk (drukke grote
weg) tot de Lautaret. Hier begin ik volgende donderdag aan het laatste
deel. Als ik rond 17.00 op de Lautaret aankom, komen nog steeds
deelnemers van de 'Marmotte' naar beneden. Zij zijn op de Glandon 1,5h
opgehouden wegens een zwaar ongeval. Ik word er toch weer even stil van
als ik deze verhalen hoor.
Donderdag 13 juli
Mijn vader zet me s'morgens vroeg af op de Lautaret. Als je hier
vertrekt is de Galibier een makkie. Het is heerlijk fietsen. Zo vroeg
ben ik hier gans alleen en ik kom pas wagens tegen voorbij Plan Lachat.
In Valloire neem ik een stevig ontbijt bij de bakker. Vanaf deze kant is
de Télégraphe ook veel makkelijker. De afdaling is ongeveer 12 km. tot
St-Michel-de-Maurienne. Dan volgt een lang stuk over een drukke weg.
Deze weg loopt parallel met de autosnelweg en men heeft tijd genoeg om
de enorme betonnen constructies te bekijken. In Lanslebourg stempel ik
bij het postkantoor en koop nog wat te eten. Vanaf hier is het meer dan
30 km bergop tot de top van de Iséran. In Bonneval maak je een grote
draai en begint het steilere werk. De laatste stukken passeer je hoge
sneeuwmuren en het is hier ook koud. Tijdens het dalen kom je door
Val'D'Isère en hier staat de éne torenkraan naast de andere. Het is één
grote bouwwerf en het aankijken niet waard. Naast het meer wordt er veel
aan de weg gewerkt en ik ben blij als ik de stinkende tunnels voorbij
ben. Daarna wordt het terug plezanter en je kunt je eigenlijk laten
bollen tegen 50 per uur tot in Bourg St-Maurice. Hier stap ik de Super U
binnen en koop enkele gebraden kippenbillen. Wat later begin ik aan de
Cormet De Roselend. Er volgen talloze haarspeldbochten in het bos en een
stevig stijgingspercentage. Eens boven de boomgrens wil ik even iets
gaan drinken bij de auberge maar deze ligt een heel stuk van de route en
daarom besluit ik om door te rijden. De laatste km.zijn zwaar en ik zit
door mijn beste krachten heen. Tijdens de afdaling passeer je nog een
prachtig meer. Wat later ben ik in Beaufort en de uitbater van het hotel
is een vriendelijke Hollander. Iets meer dan 200km vandaag. Morgen wil
ik het wat rustiger doen en hoop tot aan de voet van de Colombier te
geraken.
Vrijdag 14 juli
Het is prachtig weer vandaag. Na 3 km sla ik rechtsaf en begin aan de
col De Saisies. Op papier de zwaarste beklimming van de dag. Halverwege
volgt een korte afdaling en nadien wordt het steiler. Het landschap en
de huizen doen me sterk denken aan Oostenrijk. Op de top neem ik enkele
foto's o.a.van een plaatselijke witte kapel. In de verte heb je zicht op
het Mont Blanc Massif. Na de afdaling begin je in Flumet aan de col des
Aravis. Een prachtige col. Niet te zwaar en in een prachtig decor.
Voorbij La Giettaz kom je in de Alpenweiden. Op de top heerst een
gezellige drukte en ik maak een babbeltje met een fietser. Ze is ook
alleen en rijdt vandaag omgekeerd tot Beaufort. Ze woont in Annecy en
waarschuwt me al voor de col du Clergeon later op de dag. Na 4 km dalen
naar links voor een korte, nijdige klim van de col de la Croix Fry.
Intussen is het zeer heet geworden. Gelukkig volgt nu een lange
afdaling. Je hebt ogen te kort om rond te kijken en te genieten van de
omgeving. De col De Bluffy is wat vals plat en daarna duik je naar het
meer van Annecy. Al de Fransen hebben vrijaf vandaag en het is dan ook
enorm druk bij het meer. Ik moet hier toch wat zoeken voor ik de weg
naar Seynod vind. De weg golft op en neer en de laatste 5 km tot Rumilly
zijn dalend. Ik sla rechtsaf richting Moye en Clergeon. Wat volgt is
een stevig voorspel voor morgen met de Colombier. De hitte en de afstand
beginnen hun tol te eisen. Het asfalt plakt aan mijn bandjes. Tijdens
de beklimming van de Clergeon moet ik 2 keer afstappen en een
kwartiertje rusten. Ik probeer steeds in de schaduw te rijden maar dat
lukt niet overal. De afdaling is ook te steil en te bochtig om plezant
te zijn. In Culoz is geen enkel hotel open. Ik informeer bij de bakker
en zij reserveert een kamer voor mij in een logis de France een vijftal
km richting Belley. Vandaag ongeveer 140 km op de teller.
Zaterdag 15 juli
In Culoz begin ik vol goede moed aan de Grand Colombier. De eerste 6
km is zeer steil met stroken tot 14 procent. Na enkele bochten heb je
een prachtig zicht op de Rhone en een zeer groot meer. Daarna kan je een
kilometer recupereren en dan moet je linksaf. Hier volgen weer enkele
zeer steile stukken. Ik kom stilaan boven de boomgrens en in de mist. Ik
zie de Auberge amper staan en boven op de top is het zicht nihil. De
afdaling is toch wat minder steil en de mist verdwijnt weer. We zijn
hier in niemandsland en ik vind pas een winkel in Hotonnes. De col de
Bérentin gaat in verschillende trappen. Het eerste deel na de top is in
slechte staat maar daarna wordt het wegdek gelukkig beter. Bij de grote
weg in de vallei gaan we links en direct rechts en beginnen we
geleidelijk te klimmen tot Echallon. Daarna wat op en neer en vanaf
Belleydoux terug steiler tot de top. Boven staat alleen een kruis en wat
verder een bordje met La Serra. De afdaling is ideaal. Nauwelijks
bochten en niet steil. Je kunt je hier lekker laten bollen. Het is weer
snikheet vandaag. In het station van St-Claude neem ik een dagstempel.
Hier begint de cote de Valfin. Het wordt donkerder in de verte en wat
later barst een hevig onweer los. Ik kan net op tijd gaan schuilen. Zo
kan ik weer wat rusten en wat eten. Na een uurtje kan ik weer verder en
de zon is al terug. Voorbij de Bellefontaine begin ik te zoeken naar
een hotel maar alles zit vol met dit verlengde weekend. Ook in Mouthe,
(deze stad wordt door de Fransen het Siberië van Frankrijk genoemd,
omdat het er in de winter veel kouder is dan elders) is geen enkele
kamer vrij. Uiteindelijk rij ik door tot Censeau en hier is mijn eerste
100 cols voltooid. Hier zitten de 2 hotels ook vol en gelukkig kan ik
overnachten bij een Vlaams koppel die een chaletje gehuurd hebben.
Moesten ze dit verslag ooit lezen wil ik ze langs deze weg nog eens
bedanken voor hun gastvrijheid. Ik besluit om de volgende dagen toch
verder te rijden tot Saverne zodat ik aan mijn tweede 100 cols tocht
begonnen ben. In de buurt van Saverne heeft mijn werkgever een tweede
bedrijf en ik kan met zijn wagen meerijden naar huis.
Slot:
Direct na je thuiskomst zeg je dat je de tweede tocht nooit zult
afmaken. Ik kan ook goed begrijpen dat de meeste het bij één poging
houden. Enkele weken later denk ik er al iets anders over. Maar helemaal
alleen ga ik er niet meer aan beginnen.
De tocht is verschrikkelijk zwaar. Voor zij die hem aan één stuk rijden
(en sommige met zware bepakking) heb ik veel bewondering .Toch worden de
zware inspanningen beloond. De ontelbare mooie stadjes, prachtige
uitzichten, lange beklimmingen en de voldoening wanneer je weer een col
overwonnen hebt. Wanneer je om 6 uur in de morgen aan een col begint kan
je soms wel 2 uur genieten voor je iemand tegen komt. Je passeert
zoveel verschillende streken met elk zijn eigen kenmerken. De natuur is
meestal indrukwekkend. De Gorges de Cians had ik nog nooit gezien en het
rode gesteente is uniek in Frankrijk, denk ik.Ontelbare dieren zoals
roofvogels, herten, vossen, salamanders en hagedissen heb ik gezien. Ook
het beeld van een wolf in het park de Mercantour zal me altijd
bijblijven.
De belangrijkste factor tijdens de tocht is en blijft het weer. Als je
dagen regen hebt of steeds wind op kop, zakt de moed je wel eens in de
schoenen. Je moet blijven hopen dat het keert en vroeg of laat gebeurt
het ook wel.
Ik heb ook de nodige dosis geluk gehad tijdens de tocht. Zo reed ik geen
enkele keer lek. Ik vond steeds, op één keer na, een goed onderkomen
voor de nachten. Ik had in de Alpen meestal een stevige rugwind in de
vallei of in de aanloop naar een col (en dat scheelt een stuk). Weinig
herstellingen aan de fiets moeten doen. Ik ben niet ziek geworden.
Kleine ongemakjes waren er wel. Nergens heb ik een gevaarlijke situatie
meegemaakt. Je moet toch wel wat geluk om de tocht tot een goed einde te
brengen.
Kandidaten die in de toekomst de tocht gaan maken wens ik alvast veel
succes toe!!!!