© Utrechts Nieuwsblad/Dagblad Rivierenland
zaterdag 27 september 2003
De Honderd Cols Tocht staat te boek als de
zwaarste fietstocht ter wereld. Bij de start ervan (in 1979) werd betwijfeld of
meer dan honderd fietsers in staat zouden zijn deze loodzware tocht te
volbrengen. Binnenkort wordt de tweehonderdste aan de finish verwacht.
Culemborger Jan Bijma, de drijvende kracht achter de organisatie van de tocht,
legt uit waarom hij hem voor de vijfde maal rijdt
.
P |
ijn leed hij. Op de Puy Mary. Op de Marie
Blanque, de Mont Ventoux, de Madeleine, de Clergeon en de Grand Colombier. Maar
ook op de Grand Ballon in de Vogezen. Pijn vanwege de kou, vanwege de hitte.
Pijn door sneeuwstormen, door een striemende wind. Pijn doordat een auto
plotseling zijn pad kruiste terwijl hij aan het afdalen was.
Alle ontberingen van de afgelopen twintig jaar
hebben Jan Bijma niet kunnen ontmoedigen. Een dezer dagen is hij voor de zoveelste maal
naar Frankrijk vertrokken. Officieel voor een vakantie, maar niet toevallig
strijkt hij neer in de buurt van de Mont Ventoux. Want daar is hij in het voorjaar blijven steken
op het traject van de Honderd Cols Tocht, een marathonevenement dat gerust de
ultieme uitdaging genoemd mag worden van de toerfietser. Vierduizend kilometer
door Frankrijk over meer dan honderd bergen, klimmen en dalen in de Vogezen,
Centraal Massief, Pyreneeën, Cevennes, Provence, Alpen en Jura.
De 53-jarige Culemborger is de drijvende kracht
achter deze monstertocht, die geldt als de zwaarste ter wereld. Maar ook als de
mooiste, althans volgens degenen die hem hebben volbracht. Dat zijn er niet
veel. Werd onlangs de duizendste deelnemer begroet, nog geen vijfde van hen
heeft hem ook daadwerkelijk gereden. "Ik heb het vermoeden dat menigeen er
niet eens aan begint als ze het aanmeldingspakket thuis krijgen." zegt
Bijma.
S |
inds 1983 is hij de spil van de organisatie.
Enkele jaren daarvoor, in 1979 om precies te zijn, werd de Honderd Cols Tocht
voor het eerst uitgezet door de toenmalige Nederlandse Rijwiel Toer Unie. Toen
kort daarop de NRTU besloot te stoppen met het organiseren van buitenlandse
evenementen, nam de Utrechtse toerclub RTC De Domstad de tocht onder zijn
hoede.
De oorspronkelijke route is enkele malen
ingrijpend gewijzigd. Zwaardere cols zijn in het parkoers opgenomen. Voor
drukke wegen is gezocht naar een alternatief. “We zoeken mooie, rustige wegen,
zonder dat je alleen maar in de rimboe fietst.
Bewust komen we ook in de bewoonde wereld, zodat je in de gelegenheid bent een
kapot onderdeel vervangen."
Inmiddels is het werk Bijma langzaam boven het
hoofd gegroeid Dankzij de ontwikkeling van internet hebben ook toerfietsers in
het buitenland de tocht ontdekt. "Belgen natuurlijk, maar ook Fransen,
Canadezen, Amerikanen reageren heel enthousiast." Een stichting gaat zich
nu met de organisatie belasten.
De Honderd Cols is geen race tegen de klok,
benadrukt Bijma, "Het is geen wedstrijd, iedere deelnemer levert een even
grote prestatie, We willen ook waken voor recordpogingen. Er zijn er die de
hele tocht binnen de twintig dagen hebben afgelegd, maar in hoeveel dagen
precies vertel ik niet, Al doe je er tien jaar over, de prestatie is er niet
minder om."
Z |
elf begon hij in 2000 aan zijn vijfde ronde.
Door ziekte moest hij vroegtijdig naar huis. In 2002 vervolgde hij zijn weg.
Tot een automobilist het portier vlak voor zijn neus opengooide. "Zelf
mankeerde ik niks, een paar schaafwondjes ofzo, maar de fiets was total
loss."
Dit jaar pakte hij in juni de draad weer op om
voor de derde keer met tegenslag geconfronteerd te worden. Nu was de hitte
spelbreker. "'s Ochtends om half acht was het al 28 graden. Dan is het
gekkenwerk om de Mont Ventoux proberen te beklimmen." Tot het laatste moment
had de projectleider bij het KNMI getwijfeld. Het hart bracht de ratio aan het
wankelen. "Als je het Rhônedal uitkomt is het aan de overkant van de brug
rechtdoor naar het station van Orange en rechtsaf de Ventoux op. Op de brug kon
ik nog geen beslissing nemen." Hij reed rechtdoor.
Jan Bijma op een bankje vlak voor de Ventoux: "Al die schitterende
vergezichten, dat fantastische, afwisselende landschap. Daar word je helemaal stil van."
Ongetwijfeld speelde mee zijn eerste ervaring
met de Ventoux op 12 juli 1981. Als hij 's middags bij een temperatuur van ruim
dertig graden de Kale Berg beklimt, krijgt hij het op een gegeven moment
ontzettend benauwd en moet van de fiets. Nergens schaduw, nergens verkoeling.
De zon schroeit, de steenwoestijn oogt meer verlaten dan ooit. Na bijna drie
uur over zinderend asfalt bereikt hij de top.
De Ventoux, oftewel de Reus van de Provence.
Volgens een indexering gebaseerd op de lengte en het hoogteverschil, is het de
lastigste van alle honderd cols. “Eigenlijk valt niet aan te geven wat de
zwaarste berg is. Zoiets is subjectief, hangt af van de omstandigheden die dag.
Is het extreem warm of koud, heb je er al veel kilometers op zitten voordat de
klim begint.”
Maar gevoelsmatig kan hij zich wel verenigen met
de uitkomst. “Alle keren dat ik de Ventoux beklom dacht ik: dit doe ik nooit
meer. Je bent continu bezig met klimmen, geen moment krijg je de gelegenheid om
even bij te komen. Plus dat het er vaak erg warm is en altijd waait.
Ik kwam eens iemand tegen, een Nederlander, die
twee kilometer onder de top bij het monument van Tommy Simpson tegen een
muurtje was gaan zitten. Hij durfde niet verder te dalen vanwege de sterke
wind. Een dag eerder waren er twee verongelukt. Gewoon van de berg
afgewaaid."
Jan Bijma is nooit wielrenner geweest in de
betekenis van wedstrijdsporter. Wel werd hij al op jonge leeftijd gegrepen door
de fiets. Lachend: "Ik weet nog dat ik een brief heb geschreven aan
Gazelle. Of ze me niet konden helpen bij een fietstocht naar Teheran."
Afzien is het sleutelwoord voor de deelnemer aan
de Honderd Cols Tocht. En dan gaat het niet alleen om de weg omhoog. Jan Bijma
viel in de Alpen, op de Croix de Fer, in een ravijn. Het was een steile
afdaling, met rotsachtig terrein. "Er kwam een camper omhoog, de
bestuurder durfde niet langs het randje en reed links. Ik moest uitwijken en
kon de bocht niet meer houden. Hup, over de rand en naar beneden rollen."
"Toen heb ik alle geluk van de wereld gehad. Er liep toevallig een weggetje
omdat er een boerderij stond. Anders was ik helemaal naar beneden gevallen. Ik
had overal pijn, was mijn oriëntatievermogen kwijt. Na een tijdje ging het weer
een beetje en wat bleek, ik had helemaal niks. Alleen een paar ribben gekneusd.
En van de fiets was alleen het stuur verdraaid."
E |
igenlijk is het een wonder dat hij nog nooit in
het ziekenhuis is beland. In een andere afdaling reed hij tegen een auto op,
die achter een boerderij vandaan kwam. “Er zat een oude mevrouw achter het
stuur. Ze stak ineens over. Was ze nou maar doorgereden. maar nee, ze bleef
midden op de weg staan. Ik kon geen kant op. Er was wat beschadigd, maar het
viel reuze mee. Ik ben gewoon doorgefietst, heb niet eens het adres opgenomen”.
Eénmaal is Bijma echt aan de dood ontsnapt, is zijn overtuiging. Hij was weer
aan het dalen toen een bus voor hem opdook. "De chauffeur zag me en stuurde
meteen naar rechts, maar het achterstuk gaat dan juist naar links. Ik dacht,
dit is het dan. Er was geen enkel gaatje tussen de bus en het muurtje. En het
was daar echt steil naar beneden. Maar op de een of andere manier ging het net
goed. Hij gaf nog wat meer gas, ik remde als een gek. Ik ben daarna wel even op
dat muurtje gaan zitten."
A |
lle gevaren ten spijt blijft de
aantrekingskracht van die extreme tocht overheersen. "Al die schitterende
vergezichten, dat fantastische, afwisselende landschap. Daar word je helemaal
stil van. Op de fiets is het niet te vergelijken met in de auto."
"Je bent je zo bewust van het hooggebergte, voelt je opgenomen in de natuur. En dan is
er natuurlijk die voldoening als je eenmaal boven bent, je het helemaal op
eigen kracht gehaald hebt. Dat gevoel is met geen pen te beschrijven. Het
is puur verslavend."
Een paar cijfers
van de Honderd Cols Tocht:
het totale
hoogteverschil van de 4000 kilometer lange route bedraagt bijna zestig
kilometer. De Tour de France die ongeveer dezelfde lengte heeft kent doorgaans
een hoogtverschil van 20, 25 kilometer. De Honderd Cols is twintig keer
Luik-Bastenaken-Luik, maar dan zwaarder. In de Honderd Cols blijven de
hellingen niet beperkt tot 5 kilometer en een hoogte van 500 meter. De Marie
Blanque in de Pyreneeën bijvoorbeeld is over 5 kilometer net zo steil als de
Redoute over een kilometer.
Een opvallende
naam die ontbreekt is de Alpe d'Huez, de lieveling van Tourminnend Nederland.
Jan Bijma: "Er is geen sprake van een doorgaande weg bij de Alpe d'Huez.
Bovendien is het, met die brede weg, helemaal niet zo'n lastige berg."
Start en finish
van de aanbevolen route zijn in Saverne in het noordoosten van Frankrijk, ten
noordwesten van Straatsburg. Iedereen is echter vrij ergens anders te beginnen
en een andere volgorde aan te houden, zolang het hele traject maar wordt
afgelegd. Om dat te kunnen aantonen moet er in tal van plaatsen een stempel
gehaald worden. Bijma: "Natuurlijk kan er gefraudeerd worden, kun je met
de auto omhoog. Maar dan bedrieg je toch in de eerste plaats jezelf?"