(door Bertha van den Dolder, 2004)
Maandag 1 juli -woensdag 9 juli 2003 Delft - Saverne 359 km De aanloop.
Omdat we dit jaar nog amper gefietst hebben en ik het altijd het
leukst vind om van huis te vertrekken is het begin naar Saverne een
opwarmertje, zodat we een betere conditie hebben als we aan het klimmen
beginnen. Het is
flink bewolkt maar gelukkig droog als we dinsdags uit Delft vertrekken.
Via Vlaardingen, Pernis naar Barendrecht. Pontje van Puttershoek vaart
tot 16.00 niet. Een enorme onweersbui, maar we kunnen schuilen bij de
halte van de pont. Overnacht bij een vriendin in de buurt van Breda. 's
Nachts flinke buien maar de volgende ochtend als we vertrekken is het
weer droog. Via Baarle Nassau, België in. Onderweg enkele keren schuilen
onder het plastic zeil, dat we meegenomen hadden voor de fietsen. 's
Middags bij de abdij van Postel wat gegeten en informatie folders
gehaald voor hotels in de buurt. Marius heeft geen zin meer, door de kou
krijgt hij steeds meer last van zijn knieën. Hotelletje in de buurt
gezocht. Het weer blijft behelpen, matige temperatuur en steeds buien.
In Genk weer een hotel, de tent blijft voorlopig ingepakt. Zaterdag zal
het weer beter worden, afwachten dus maar. Vrijdagochtend via het
Belgische knooppuntenstelsel richting Maastricht. Ten zuiden van
Maastricht, in België, na twee lekke banden bij een fietsenmaker er een
nieuwe buitenband om laten zetten en de ketting laten nakijken. Tevens
nieuwe binnenbanden gekocht. Bij Eben-Emael de zelfgebouwde toren van
Robbert Garcet bezocht. Daarna richting Val Dieu en bij Aubel de bordjes
gevolgd richting een hotel, de laatste klimmetjes vallen zwaar. Marius
denkt aan naar huis gaan, door de kou blijft hij last van zijn knieën
houden en de regen maakt het fietsen er niet leuker op. Wij zijn echte
droog weer fietsers, en zeggen altijd dat we nooit in de regen fietsen
omdat dit slecht voor onze fietsen is. Maar morgen wordt het beter.
Zaterdagochtend na een fantastisch ontbijt wachten tot het droog is.
Afgedaald naar Spa om geld te halen. Deze afdaling houdt in dat er
daarna weer flink geklommen moet worden. Langs onze skipiste waar we 's
winters langlaufen, langzaam omhoog naar onze eerste echte top, de col
du Rosier, 556m. Tegen het eind van de dag wordt het droger. We gaan
opzoek naar de camping bij Rahier. 's Avonds bij Piet patat gehaald.
Volgende ochtend is het weer redelijk, dat wordt koffie op een terras,
één van mijn favoriete bezigheden. Luxemburg in, via een oude spoorlijn
richting Wirtz, een beklimming naar de stad en daarna de afdaling naar
Dirbach. Het weer begint steeds beter te worden. We doen een stuk van de
Groene Route, enkele jaren geleden hebben we het andere alternatief
gefietst. Op de camping in Alzingen komen we nu ook andere fietsers
tegen. In Noord Frankrijk stappen we over op de route van Benjaminse
naar Rome, één van de alternatieven komt langs Saverne. Voor de derde
keer in ons leven fietsen we het stukje langs Vry en staan we weer op de
camping in Harpich.Het weer bevalt prima, maar we fietsen nog steeds
geen deuk in een pakje boter. Marius vindt dat het allemaal te lang gaat
duren. We hebben een week of acht de tijd maar op deze manier gaat het
nooit lukken. De volgende dag via Sarrebourg, met het mooie raam van
Chagall naar Saverne. Het begint steeds warmer te worden. Morgen kan de
tocht beginnen.
Donderdag 10 juli Saverne - Abreschviller 56 km.
Stempel op het station gehaald, de eerste klim door het bos, picknick in het bos, dalen en klimmen naar Valsberg, later Vackenberg. Het laatste klimmetje naar Abreschviller, de col de St Leon, in de volle zon valt tegen.
Vrijdag 11 juli Abreschviller - Autrey 76,5 km.
Inkopen gedaan en een mooie klim naar de Donon , veel schaduw, weer in het bos gepicknickt. Afdaling door het dal naar Senones. In het stadje is het stikheet. Het is te heet om te fietsen en we besluiten buiten de stad siësta te houden. Bij gebrek aan een mooi stukje bos posteren we ons in de berm als echte bermtoeristen. Achteraf gezien geen leuke plek. Om een uur of vijf weer verder maar het is nog steeds niet afgekoeld. Als we een hotel tegenkomen besluiten we te stoppen. We slapen die nacht in een vakantiechalet, waar de hitte blijft hangen. De volgende ochtend maar wat vroeger op pad.
Zaterdag 12 juli Autrey - Bourbonne les Baines 100,5 km.
I.v.m. de hitte voor mijn doen vroeg vertrokken, 8.30. Koffie op het plein bij de markt in Epinal. Tijdens de picknick in het bos en de siësta naar de Tour de France geluisterd. Marius wil niet op de camping in Darney staan ( ook hier komen we voor de derde keer in onze fietscarrière langs). Op weg naar Florence hebben we hier samen met een groep mandenvlechters gestaan, die de douchecabines in beslag hadden genomen om de wilgentenen in het warme douchewater soepel te houden. Hier heuvelt het landschap eindeloos door, graan afgewisseld met bos Dus door naar Bourbonne. Na Darney is de weg over een groot stuk opgebroken maar wel met de fiets over grote stukken grindweg te berijden.
Zondag 13 juli Bourbonne les Baines - Is sur Tille 87 km.
Weer op tijd vertrokken. De ketting van Marius zijn fiets is beschadigd en loopt niet lekker. Net buiten Bourbonne zetten we er een nieuw stukje tussen. Het lijkt steeds warmer te worden. 's Middags weer siësta gehouden, maar ook als we om een uur of vijf weer verder gaan blijft het warm. 's Avonds wordt er naast de camping het vuurwerk van de 14 de juli afgestoken.
Maandag 14 juli Is sur Tile - Pont de Pany 56 km.
De wekker maar weer een half uurtje vroeger, zodat we om 8.00 op de fiets zitten. Ik begin steeds meer last van de hitte te krijgen, ik ben gisteren ondanks al het smeren licht verbrand en zelfs de siësta brengt geen verkoeling meer. We willen graag door naar Beaune, omdat we daar op de fietsroute naar de Middellandse zee zo leuk op de camping hebben gestaan. Maar het begint weer warm te worden en stoppen op de eerste de beste camping die we tegenkomen, in Pont de Pany. Hier word ik ook al niet vrolijk van. Het grasveld is dor en meer een zandbak, alle lege plaatsen staan vol in de zon. Marius zet de tent op, op een plaats waar morgen ochtend schaduw is en ik ga douchen. Alles is aftands op deze camping en de douche brengt maar voor enkele minuten verkoeling. We gaan een eindje verderop bij het riviertje zitten maar hier stikt het van de wespen. De vakantie daalt naar een dieptepunt. Door de siësta's duren de dagen lang en krijg ik steeds minder een vakantie idee. Eigenlijk blijft het warm tot de zon onder is. Het weer wordt te bepalend. Verder zijn er weinig leuke uitstapjes onderweg en komen we in tegenstelling tot vorige jaren geen medefietsers tegen.
Dinsdag 15 juli Pont de Pany - Dracey 76 km.
Marius heeft een gebroken spaak in zijn achterwiel, dus rijden we rustig zonder veel risico te nemen naar Beaune. Bij de VVV naar een fietsenmaker gevraagd en nog net voor de lunch kan de fiets gerepareerd worden. Bij de supermarkt komen we Middellandse zee gangers tegen, die geen last hebben van de hitte. Bij ons is misschien het vele klimwerk ook niet bevorderlijk voor de temperatuurservaring. Heerlijk geluncht in Beaune. Even buiten Beaune bij een meertje gepauzeerd en gezwommen. In Dracey nemen we een hotel, een luxe kamer met heerlijk ligbad en een prima restaurant. Het is alleen jammer dat de warmte 's nachts nogal in de kamer blijft hangen. Dan heeft de tent ook weer voordelen.
Woensdag 16 juli Dracey - Cluny 69 km.
In Givry door het stadje gefietst, de wijn van gisteravond kwam hier vandaan. Bij een wijnboer naar zijn importeur in Nederland gevraagd. Landschap wordt weer wat afwisselender en meer bos. Onderweg enkele fikse buien maar we kunnen steeds ergens schuilen. Cluny blijft een prettige camping. De Middellandsezeegangers blijken ook op de camping te staan.
Donderdag 17 juli Cluny - Lamare sur Azegues 66 km.
's Morgens een rondje door Cluny, een bijzonder gezellig stadje. Enkele afdalingen over pas geasfalteerde wegen met split, dus dat schiet niet op. De hele tocht schiet eigenlijk niet erg op. Deze periode waarin geen noemenswaardige cols zitten hadden we sneller verwacht. Toch heb je het idee dat je in zo'n etappe naar Cluny aardig wat werk verzet zonder dat het wat oplevert. Er beginnen twijfels te reizen of de Pyreneeën haalbaar zijn. Op de camping staan Santiago wandelaars, dat is een meerjarenplan. In dit perspectief is onze vakantie overzichtelijk. Heerlijk veel schaduw op de camping.
Vrijdag 18 juli Lamare sur Azegues - Feurs 65 km.
Dit is weer zo'n dag waar het de hele tijd op en neer gaat zonder dat je het idee hebt dat het wat oplevert. In Feurs ben ik het zat en vinden we een leuk hotel met weer een prima restaurant. Ondanks dat we de deuren geruime tijd tegen elkaar openzetten blijft het warm die nacht.
Zaterdag 19 juli Feurs - Verrieres en Forez 35 km.
Het ontbijt kan niet eerder dan 8 uur. Marius stelt voor het ontbijt over te slaan en vroeger te vertrekken maar ik protesteer, het is toch vakantie. Het Loiredal rijdt heel relaxed. In Mont Brison bij een hele aardige fietsenmaker langs die bij mij een nieuwe beschermkap op het voorblad zet. Het begint te irriteren dat de route je steeds om het centrum leidt terwijl de kleine stadjes juist zo charmant zijn, we zijn niet op vakantie om alleen maar op de fiets te zitten en door te jakkeren. Na Mont Brison begint de beklimming van de col de l' Homme Mort. Het is intussen 11.00 uur geweest en begint alweer vreselijk heet te worden. Er is tijdens de klim helemaal geen schaduw. Dit lijkt op zelfmoord. Ik wil eigenlijk niet meer verder. Hoewel er niets op onze routekaart staat besluiten we de eerste de beste mogelijkheid tot stoppen aan te pakken. Gelukkig is er na enkele kilometers een camping à la ferme. Een uiterst vriendelijke boerin geeft me eerst even de tijd om bij te komen en leidt me daarna trots langs de toiletten en douches. We krijgen een mooie plek onder een schaduwrijke boom met uitzicht over la Pleine, het Loire dal. Bij de boerderij is van alles te koop. Later blijkt dit de leukste camping van de vakantie te zijn. We komen vanwege de hitte tot niets anders dan een beetje lezen en van het uitzicht genieten. Van de boerin mogen we de volgende dag niet weg. Het is veel te heet, we moeten eerst maar eens een paar dagen bijkomen vindt ze. We besluiten de volgende dag om 6.00 uur op te staan. Ondanks dat dit geheel tegen mijn principes is, is dit de enige manier om met dit weer te fietsen.
Zondag 20 juli Verrieres en Forez - Chaisse Dieu 63 km.
Zoals gezegd om 6.00 de wekker en om en om 7.30 verder de berg op. De temperatuur is nu heerlijk en wat gister een onmogelijke opgave leek is nu te overbruggen. Het is deze zondagochtend nog heerlijk rustig. Andere fietsers op de Col des Pradeaux en inkopen gedaan op de markt van Grandrif. En daarna de afdaling naar Arlanc. Langs het Romaanse kerkje in Beurieres waar dit avontuur zijn oorsprong heeft. Twee jaar geleden, op weg naar Barcelona, kwamen we voor dit kerkje een fietser tegen die eveneens op weg was naar La Chaise Dieu. Hij deed de 100 cols tocht en had geen tijd om het kerkje te bezoeken. (Het was enkele dagen na 11 september en hebben voor het kerkje een tijdje staan praten. Op dat moment vonden we hem een domoor, zoveel fietsen en zo weinig zien.) In Arlanc voor de super U ijs gegeten, boodschappen gedaan en het laatste deel naar Chaise Dieu begonnen. Het was alweer na twaalven en te heet om te fietsen. Het laatste stuk was afzien. Leuke camping en Nederlandse buren die altijd extra stoelen mee hadden genomen voor fietsers, alleen de laatste jaren niet meer. Toch een ligstoel te leen gekregen en ik breng mijn zondagmiddag door in m'n favoriete houding. Marius gaat La Chaise Dieu nog in om iets voor het avondeten te halen. Deze nacht worden we een paar keer wakker van het onweer dat in het dal blijft hangen, het is nog steeds drukkend warm. Marius vertrouwt de situatie niet en met de ramp op de camping in Milandes in het achterhoofd besluiten we te gaan schuilen in de washokken. Het begint vreselijk hard te waaien en er valt een klein buitje. Het is ondertussen wel sterk afgekoeld, het onweer is opgehouden en we gaan terug naar de tent.
21 juli La Chaise Dieu - Brioude 45 km.
De volgende ochtend laat opgestaan 9.00 en het is bewolkt. Met de buurman wat overleg over de rare wolkenformaties die ons onbekend voorkomen. Door de regen besluiten we het ontbijt verder in de tent op te eten. Enkele tellen later enorme dreunen op de tent, volgens Marius dennenappels maar de hagelstenen zo groot als pingpongballen rollen de tent al binnen. Ik roep dat we de helmen moeten opzetten en verwacht dat de tent elk moment zal scheuren. Na een minuut of tien houdt het op en zijn we gelukkig nog heel. Ik had echt gedacht dat dit rampzaliger zou aflopen. Uit de tent. De camping ligt bezaaid met pingpongballen en er blijkt aanzienlijke schade. Bij de buren zijn de caravan en auto totaal gedeukt. Ook andere auto's zijn gedeukt, hebben een ster in de ruit, of een kapotte lamp. Gelukkig is er geen persoonlijk letsel en zijn alle tenten nog heel. Volgens de Franse buurman is er in de Auvergne en nog enkele ander districten een weeralarm tot vanavond 22.00 uur. Wij hebben het idee dat deze bui uitzonderlijk is, maar hij zegt dat er een kans is dat er vanmiddag nog één valt. We besluiten toch maar op te breken en verder te gaan. Onderweg, twee uur na de bui, ligt er nog steeds hagel . Na een uurtje fietsen, wordt de lucht donker en gaat het waaien. Het begint te regenen en in Laval schuilen we geruime tijd in een kerk. Een dorpsbewoner, die even buiten komt buiten komt kijken wijst in de richting waar een vreemd geraas vandaan komt en zegt dat het de hagel is. Zo gauw het weer droog is gaan we op weg richting Brioude maar in de afdaling begint het te hozen. In Issenge staat een schuurdeur open zodat we hier kunnen schuilen. We staan nog maar net binnen of we horen een enorme donderklap. Daarna een potten en pannen concert van grote hagelstenen die op metalen afdakjes in het dorp vallen, gevolgd door een ruis die snel naderbij komt en jawel weer een zware hagelbui. Als het weer iets verbeterd worden we binnen gevraagd voor de koffie, het regent nog steeds. De koude koffie wordt opgewarmd in een pannetje. De zoon doet de televisie aan en we zien Lance Armstrong winnen in Luz Ardiden. Om 17.00 uur weer verder naar Brioude waar we overnachten in Hotel de la Poste en heerlijk eten. Het regent een groot deel van de avond.
Dinsdag 22 juli Brioude - Dienne 76 km.
8.00 ontbijt, ingepakt en het stadje bezocht. Dit is weer zo'n dag
van klimmetjes die eigenlijk erg weinig opleveren. De een na laatste
col, de col d'Entrmont, kort en steil breekt me op en ik word flink
chagrijnig. Laatste klim voor Dienne, de col de Chastel, staat zwaarder
aangegeven maar is heel geleidelijk. Het blijkt keer op keer, ik ben
veel beter in lang en geleidelijk dan in kort en steil. Ook hier Hotel
de la Poste eveneens een leuk hotel.
's Avonds in het kleine kerkje een stukje van een concert beluistert. Op
tijd naar bed, ik ben moe en morgen is een belangrijke dag: de Puy
Marie. We kunnen hem al zien liggen.
Uitzicht vanaf de Puy Mary op de Pas de Peyrol
Woensdag 23 juli Dienne - Jussac 55 km.
8.00 uur ontbijt. 9.00 op de fiets. Volgens het boekje Pas de Peyrol, hij begint goed maar in het laatste stuk van gemiddeld 9 % zitten enkele venijnige stukken. Boven op de pas eerst bijgekomen en daarna lopend, zonder fiets, naar de echte top. Het uitzicht is prachtig. Na een mooie afdaling in Jussac op de camping, een leuke plek in de schaduw aan een beekje.
Donderdag 24 juli Jussac - Loubressac 81 km.
Het is vandaag niet zo heet en we besluiten tussen de middag in een restaurant te gaan eten. Als hoofdmaal Boeuf Bourgignon, die paars ziet van de rode wijn. In Padirac de bordjes naar een camping gevolgd maar deze blijkt een flink eind van de route te liggen. We hebben te weinig inkopen gedaan, maar op de camping is wat te eten te koop.
Vrijdag 25 juli Loubressac -Gourdon 63 km.
Loubressac blijkt een erg leuk dorpje te zijn, een vestingstadje op een rotswand met uitzicht over het dal van de Dordogne. Het wordt hier al meer toeristisch in wat wij de Dordogne noemen. In Gourdon naar de VVV voor een hotel, ik wil graag naar het 3 sterren hotel net buiten het dorp. Weer heerlijk eten, de bediening is matig.
Zaterdag 26 juli Gourdon -Fumel 72km.
's Morgens in het Internet café naar onze e-mail gekeken. Niets bijzonders gebeurd. Daarna het leuke stadje bekeken. Onderweg de bordjes naar het Zadkine Museum in Les Arques gevolgd. Een warme klim vol in de zon. In het museum is het heerlijk koel. Het is weer vreselijk heet maar na het museum volgen we een rivier en dalen we langzaam af zodat er door de snelheid iets wind ontstaat. In Fumel boodschappen gedaan en naar de camping. Daar komen we oververhit aan maar gelukkig brengt het zwembad verkoeling. 's Nachts onweer met klappen die kilometers ver weg zijn tot er ineens een inslag op de camping plaatsvindt en de elektriciteit uitvalt.
Zondag 27juli Fumel - La Mothe Feyt.
Op bezoek bij zwager in zijn nieuwe woning, die flink verbouwd wordt. Per auto de omgeving verkend.
Maandag 28 juli rustdag.
De ingeplande rustdagen moeten maar eens verzilverd worden, we liggen toch al ver achter op het schema. Eigenlijk niet veel anders gedaan dan de kranten van de buren gelezen en geluierd.
Dinsdag 29 juli Fumel - Lectoure 105 km.
Om kwart voor negen vertrokken. De weg is erg druk, veel vrachtverkeer en we besluiten enkele witte wegen te zoeken. Dit is een stuk rustiger maar er moet af en toe flink geklommen worden. In Astaffort besluiten we door te rijden naar Lectoure. Marius heeft de kaart bestudeerd en de weg loopt langs een spoorlijn en een riviertje, dat kan nooit erg zwaar zijn. Dat valt dus tegen. Om een uur of zeven komen we pas op de camping aan. Het is een hele grote camping en we krijgen een matige plaats. Het bleef dankzij de discojeugd nog lange tijd onrustig.
Woensdag 30 juli Lectoure - Vic Fezenzac 53 km.
Het stadje bekeken en koffie gedronken, het eerste deel is alleen maar klimmen en dalen. Voor het eerst zijn de Pyreneeën zichtbaar. Langs een wijnboer en Floc gedronken, een streekspecialiteit gemaakt van Armagnac en druivensap. We noteren het adres van de importeur in Rotterdam. In Vic naar de camping, dit is een rand langs het voetbalveld waar alleen nomaden staan. Dan maar het hotel in het centrum. Voor het eten weer een glaasje Floc genomen. De warmte blijft erg in de kamer hangen.
Donderdag 31 juli Vic Fezenzac - Lembeye 67 km.
Onderweg langs Marciac waar de voorbereidingen voor het Jazz festival in volle gang zijn. De Pyreneeën blijven in de verte zichtbaar en lijken nog niet echt dichtbij te komen. Klimmen en dalen tot aan Lembeye, naast de camping is een zwembad waar we de rest van de middag doorbrengen.
Vrijdag 1 augustus Lembeye - Lasseube 57 km.
In het centrum boodschappen gedaan voor onderweg, vooral steeds veel drinken mee. Naar Pau, tussen de middag geluncht onder de platanen. Prachtig uitzicht over de Pyreneeën doorgereden naar Lasseube, het is weer vreselijk heet. We doen boodschappen in de winkel annex café en drinken een pilsje binnen, de boodschappen gaan tijdelijk in de koeling. Volgens de eigenaresse wordt het alleen maar heter de komende dagen, temperaturen ruim boven de 40 graden. In de bergen blijft het hopelijk iets koeler. Een saxofonist geeft 's avonds in de avondschemering een privé concert
Zaterdag 2 augustus Lasseube - Geteu 57 km.
We zetten de wekker op 6.20 maar als hij afgaat is het nog bijna donker en de tent is kletsnat en het is nog koud. Na de koffie in Oloron St Mary besluiten we verder te gaan, de bergen trekken, we hebben er al dagen tegenaan moeten kijken. Vlak voor de klim is er waarschijnlijk nog een camping. Maar we besluiten aan de Mary Blanque te beginnen, eigenlijk hebben we hier al weken op gewacht. De bordjes langs de kant met informatie over de hellingspercentages van elke komende kilometer werken erg stimulerend. Het begint allemaal relaxed en er is nog schaduw te vinden. Het loopt al tegen twaalven en de zon staat hoog aan de hemel. Na 6 km. en enkele stijgingspercentages van boven de tien procent gaat het niet meer, het wordt steeds moeilijker om in de schaduw te fietsen, de Mary Blanque begint zijn tol te eisen, hoe kom ik ooit boven. Dit proces herhaalt zich nog enkele keren, maar de laatste 2 kilometer gaan weer. Boven de tien procent klimmen is waanzin bij deze temperaturen en misschien anders ook wel. Boven uitgebreid gepicknickt. Er komen ook geen fietsers meer voorbij. In totaal maar 4 anderen gezien. Als we verder gaan is het uitzicht prachtig. Afgedaald naar Bielle op naar de camping in Geteu. Ik zet de tent op en Marius haalt boodschappen. De tent staat vol in de zon en het duurt lang voordat de temperatuur weer aangenaam wordt. Die nacht slaap ik slecht.
Zondag 3 augustus Geteu - Arrens Marsous 41 km.
Waar ben ik aan begonnen, als het komende week zo doorgaat kom ik nooit de Pyreneeën door. Weer vroeg opgestaan en om 7 uur zitten we op de fiets. Rustig aan gedaan. Hier zijn veel meer fietsers dan gisteren en het stijgingspercentage komt nergens boven de 10 procent. Twee keer gegeten onderweg maar in een rustig tempo gaat het goed, de temperatuur is aangenaam en je kan 's morgens vroeg gewoon in een T-shirtje beginnen. Boven aan de Aubisque gepauzeerd en genoten van de leuke ambiance. Afdalen en de kleine klim naar de Soloir. Na zo'n afdaling krijg je enorm zware benen in het begin van de klim, maar gelukkig gaat dat na verloop van tijd weer over. Hier op het terras een broodje gegeten en met ander fietsers gepraat. O.a. een Fransman die n.a.v. de beelden van de Tour de France een racefiets heeft gekocht en op de bonnefooi in een paar dagen de grote cols van de Tour wil rijden. Hij is al compleet uitgeput en moet de Aubisque nog op. Hij bestelt 3 cola wat de serveerster de vraag ontlokt waar zijn maten zitten, maar alles is voor hemzelf, ze biedt hem tevens aan zijn bidons met koud water te vullen Eigenlijk is het al weer te warm om te klimmen. Heerlijke afdaling. In Arrens is er markt en we doen onze inkopen en kopen de zaterdag krant. Even verderop is er een camping waar we een plaatsje in de schaduw krijgen naast een ruisend beekje.
Maandag 4 augustus Arrens Marsous - Barreges 40 km.
Met veel fietsers omhoog naar Luz St. Saveur. In het dorpje is het erg druk en het verkeer staat vast. Daarna begonnen met de beklimming van de Tourmalet. Het begint eentonig te worden maar het is alweer te warm om te klimmen. We stoppen op de camping in Barreges. De eigenaresse van de camping is Nederlandse en vertelt dat de zomer alle warmterecords aan het breken is. Liggend voor de tent in de schaduw (ook al warm) zien we fietsers voorbij gaan.
Dinsdag 5 augustus Barreges - La Séoube 34 km.
We zijn die ochtend de eerste klimmers. Er is een wegomlegging omdat er langs de route explosies plaatsvinden. Ook nu is het om 7 uur heerlijk weer. Worden tegen het einde ingehaald door diverse fietsers. Gelukkig is het allemaal haalbaar als je maar in je eigen tempo blijft fietsen en je niet over de kop laat gaan door met anderen mee te fietsen. De Marie Blanque was gewoon een kuitenbijtertje. Afdaling naar Mongie. Daar in het entreegebouw van de kabelbaan onze fietsen gestald en naar boven naar de Pic du Midi, een zonnewacht. Ik sta doodsangsten uit in de kabelbaan en boven op het terras op bijna 3000 m. hoogte. Het is een prachtig uitzicht en er zijn leuke tentoonstellingen. Zelfs op deze hoogte is een T-shirtje al warm genoeg. Het is weer een mooie afdaling. We beginnen aan de klim van de Aspin maar ook nu is het al weer te warm en we stoppen op de camping in La Séoube. Van de Nederlandse buren krijgen we lekkere stoelen te leen. 's Middags gaan we vanwege de warmte met onze benen in het ijskoude riviertje zitten dit is het enige wat nog iets verkoeling geeft.
Loslopende koeien op de Col d'Aspin
Woensdag 6 augustus La Séoube - Louderville 40 km.
Ook nu is het als we 's morgens om 7.00 uur vertrekken heerlijk weer. Boven op de Aspin zijn loslopende koeien die enthousiast aan mijn stuur beginnen te likken vanwege het zout. In de afdaling diverse campers die soms lastig te passeren zijn. In Arreau boodschappen gedaan. Tijdens de klim van de Peyresourde komen we twee andere fietsers tegen, die de Pyreneeën van west naar oost rijden. Een van de twee heeft net zoals ik veel last van de warmte. Vlak voor de top zie ik een camping en weiger verder te gaan, het is twaalf uur en onaangenaam warm. Er is bijna niemand op de camping en de sanitaire voorzieningen zijn in het appartementengebouw. Als de tent staat komen onze twee medeklimmers langs en ik prijs mijzelf gelukkig. Om één uur schuiven we fris gedoucht aan de maaltijd met water en rosé. De eigenaar is fietsfanaat en maant mij rosé te drinken omdat dit zo rijk aan vitamines is. Hij is gisteren naar een criterium in Bordeaux geweest en heeft de groten van de Tour ontmoet. Bijna elk jaar komt de Tour langs zijn camping. Aan het eind van de middag maken we nog een wandeling naar boven, het uitzicht is hier prachtig. Onderweg zien we twee herten.
Donderdag 8 augustus Louderville - Aspet 72 km.
Het begint eentonig te worden maar weer zitten we om 7 uur op de fiets en is het een heerlijke temperatuur. Het is nog 2,5 km naar de top en het gaat zoveel makkelijker dan gisteren. In Bagneres koffie met appelbroodjes en op het station gestempeld. Het is een drukke weg maar hij loopt mooi langzaam naar beneden, dat rijdt lekker door. Dan de col de Mente, hier zitten een aantal behoorlijk steile stukken in en het is alweer aardig heet. De top is verder dan gedacht. Boven bij het café gestopt. Prachtige afdaling met mooie haarspeldbochten. Ik zie het niet zitten ook de Portet d' Aspet nog te doen maar het is moeilijk onderdak te vinden. We rijden bij de afslag 10 km. door naar Aspet, de eerste mogelijkheid voor onderdak. Buiten het dorp is een soort vakantie kolonie waar nog een kamer vrij is. We mogen de restanten van het middagbuffet opeten. Ik doe een middagdutje en Marius sluit zich aan bij een golfles. Daarna een tijdje in het zwembad gelegen. 's Avonds is er een feest en kan er niet gegeten worden De temperatuur zakt tot 27 ° C. De karaoke gaat nog tot laat door.
Vrijdag 8 augustus Aspet - Oust 70,5 km.
Om 6.30 klaar zijn we gepakt en schuiven we aan bij het ontbijt. Een wandelgroep is ook al vroeg op. Weer naar de afslag teruggefietst en aan de beklimming begonnen. In de eerste bocht het monument voor Casartelli. Volgende klim de col de la Core. Afdaling naar Seix, op terras gezeten met een koud pilsje. De VVV raad ons de camping in Oust aan. Ik zet de tent op en Marius haalt boodschappen.
Zaterdag 9 augustus Oust - Aulus les Bains 27 km.
Weer terug naar Seix voor beklimming van de Col de la Trape. In een klein dorpje om 8.30 kopje koffie in hotel met Duitse eigenaar die alleen Frans wil praten. We zijn al snel in Aulus. We proberen enkele hotels maar alles zit vol, doen boodschappen gaan naar de camping die eigenlijk ook vol is maar met wat passen en meten krijgen we een plekje aan een riviertje, we hebben maar een kleine tent. Enkele kleine bomen bieden schaduw. We gaan om één uur eten in de tuin van een restaurant. De middag is weer voor de krant.
Massat 's ochtends vroeg
Zondag 10 augustus Aulus les Bains - Massat 30 km.
De Col d' Agnes valt wat tegen er zitten enkele wat zwaardere stukken in. We houden mooi uitzicht op Aulus les Bains. In de afdaling bij een cafetaria met uitzicht over een meertje gestopt. Koffie met taart, het is tenslotte zondag. Verder afdalen naar Massat. Er is en rommelmarkt, tent opgezet gedoucht en het dorp in. Gelukkig koopt Marius niets. Weer een zaterdag krant gekocht en op zoek naar een restaurant. Net buiten het dorp is een Logis de France maar het is bomvol. Met krant en koele drank zetten wij ons in de schaduw en wachten tot we aan de beurt zijn. Het is een stevige maaltijd. Als we naar de camping teruglopen breekt er een hevige regenbui los. Op de camping zijn andere fietsers en een man met een ezel gearriveerd. De fietsers zijn Belgen op weg van Biaritz naar Barcelona en doen stukken met de trein anders schiet het niet op.
Bertha op de col de Péguère
Maandag 11 augustus Massat - Col du Py 53,5 km
Weer vroeg op pad. Eerst een stukje Col de la Porte, dan linksaf de Col de Péguère op. Ik heb me vannacht al bedacht hoe het moet als ik er niet opkom. Marius rijdt zijn eigen tempo en gaat voorruit. Eigenlijk is het absurd, we komen enkele auto's tegen en het is moeilijk langere tijd goed rechtuit te rijden, de weg is erg smal zeker met een auto naast je en soms enorm stijl. Maar gelukkig lukt het. De eerste en de laatste col waren gewoon de zwaarste. Boven genieten we van het uitzicht. Een mooie lange afdaling naar Foix. Hier geluncht en boodschappen gedaan. Moeite om de stad goed uit te komen, er zijn enkele rotondes aangelegd en we rijden verkeerd. Het is weer rond het middaguur en ons dagelijkse probleem speelt ons weer parten. Onderweg zien we een gier vliegen, een indrukwekkende vogel. We zoeken weer de eerste camping op die we tegenkomen. Die nacht horen we de Oehoe die alleen maar oe zegt.
Dinsdag 12 augustus Col du Py - Limoux 64 km.
Als we om 6 uur opstaan is het op mijn klokje nog steeds 25°C. We zijn het hogere deel van de Pyreneeën uit en het koelt ook niet meer af. Onderweg zijn grote delen bos bruin alsof de herfst al vergevorderd is. Des te later het wordt des te meer we het idee krijgen dat er een warme föhn op onze fiets gemonteerd is. Zelfs de afdalingen brengen geen verkoeling meer en kleine klimmetjes in de volle zon lijken onmogelijk. Tijdens de lunch in Limoux is alles wat je aanraakt heet. De camping is een grote zandbak en het ernaast liggende zwembad brengt ook al geen verkoeling meer, er is nergens schaduw te bekennen. 's Avonds de stad in, een gezellig centrum met veel Engelsen die in de buurt een huisje hebben gekocht vanwege de goedkope vliegverbinding met Carcassonne. Die nacht vanwege de hitte slecht geslapen.
Woensdag 13 augustus Limoux - Carcassone 35,5km.
We besluiten in Carcassonne te kijken of we naar huis kunnen. Ik zie het niet meer zitten, de hitte is ondraaglijk. Laat opgestaan (8.00 uur) vanwege de slechte nachtrust. Onderweg worden de druiven al geoogst 6 weken eerder dan vorig jaar. Zoals altijd is het in het buitenland moeilijk om te weten te komen hoe je met een fiets in de trein naar Nederland moet, maar informatie tot Parijs is wel te geven. Kaartjes gekocht en geluncht. In de trein daalt de temperatuur ondanks de airconditioning niet beneden de 33ºC, volgens de conducteur kan de airconditioning de enorme zonbelasting niet aan. Op een aantal stations worden gratis flessen water in de trein gezet. Om half negen komen we in Parijs aan en gaan op zoek naar een hotel waar onze fiets binnen kan staan. Dit lukt vlak bij de Bastille en na een frisse douche gaan we nog even de stad in.
Donderdag 14 augustus thuis.
Op Gare du Nord blijken er bijna geen mogelijkheden te zijn om naar Nederland te gaan, volgens de informatie zal dit niet in een dag lukken. We mogen niet mee met de TGV. We vertrekken met de eerstvolgende stoptrein naar Amiens. Lunchen aldaar, daarna de trein naar Lille waar een Belgische trein staat naar Antwerpen. Deze trein stond niet in het Franse systeem. Oftewel om 22.00 stappen we in Delft uit de trein.
Resumé
Was het de moeite waard? Ja.
Gaan we volgend jaar verder? Ja.
Was het te zwaar? Ik denk het niet.
Het weer was een grote spelbreker,
maar ja een week regen in de Pyreneeën lijkt me ook niks. Zelfs matige
fietsers zoals wij kunnen het halen. Voorwaarde is dat je goede
versnellingen op je fiets hebt en je niet gek laat maken door anderen,
gewoon je eigen tempo blijven rijden.
Was het een mooie tocht? Niet altijd, wij vonden het irritant dat de
centra van dorpjes gemeden werd, dus dat hebben we na verloop van tijd
gewijzigd. En je komt weinig medefietsers tegen.
De stukken in de bergen zijn mij als matig klimmer goed bevallen, het
blijkt dat ik liever langzaam achter elkaar klim dan de hele dag op en
neer. Bij een col heb je een doel voor ogen en de prachtige omgeving is
erg stimulerend, dit in tegenstelling tot die dagen dat het de hele dag
maar door gaat met klimmetjes zonder dat het je gevoelsmatig iets
oplevert.
Het was een heel gepuzzel om erachter te komen wat de handigste manier was om naar Carcassonne te komen. Met de fietsbus kon alleen op maandag, iets wat i.v.m. het werk slecht uit kwam. De trein hield een lange reistijd en een overnachting in. Het huren van een auto in Delft en achterlaten in Carcassonne was een dure optie van meer dan € 1.000,--. Na een goede ingeving kwam tenslotte het beste alternatief. Voor 24 uur een auto huren in Frankrijk bij de Avis, alle kilometers vrij en overal in te leveren, dus ook in Carcassonne. We reserveren voor € 89,-- een auto, die in Lille op het station klaar zal staan.
Om 8.30 verlaten we het huis en gaan op weg naar het station. Met onze dalurenkaart mogen we pas na 9.00 reizen daarom nemen we de trein van 9.06 naar Rotterdam, waar we overstappen op de trein naar Antwerpen-Berchem, vervolgens op de trein naar Kortrijk, waar we als laatste de trein naar Lille te nemen. De overstap in Kortrijk was te vermijden maar dan hadden we de trein een uur later moeten nemen. Om 13.00 stappen we in Lille uit de trein en gaan naar het op het station gevestigde Avis kantoor, waar we de sleutels van een mooie Megane krijgen. We hadden van thuis een groot dekzeil meegenomen om beschadigingen aan het interieur te voorkomen .Na wat passen en meten kunnen we een uurtje later vertrekken. Als we tegen vieren langs Parijs komen is er een ongeluk gebeurd en staat het verkeer vast. We nemen de eerste de beste afslag, verdwalen op een soort van industrieterrein en komen vervolgens op de Periferique. De reis door Parijs duurt erg lang en pas na de afslag naar het zuiden wordt het weer wat rustiger op de weg. We stoppen om wat te eten en des te verder we van Parijs komen des te rustiger het wordt. Op den duur wordt het zelfs stil op de weg. We luisteren naar de voetbalwedstrijd Frankrijk - Kroatie, een spannende wedstrijd die op het laatste moment 2-2 wordt. Na wat mislukkingen vinden we een hotel in Uzerche en zien de laatste 10 minuten van de wedstrijd.
De wekker gaat om 7.30 en we vertrekken om 8.15. De weg is weer erg rustig en om 11.50 komen we bij het verhuurkantoor in Carcassonne aan. Bij het monteren blijkt het achterwiel van Marius niet soepel te draaien. Om 12.00 sluiten de meeste winkels. We gaan op zoek naar een fietsenmaker, die inderdaad gesloten is en besluiten daarom te gaan lunchen. We doen inkopen en zoeken een bankje in de schaduw. De temperatuur is 35° C. Om 14.00 gaat de fietsenwinkel weer open en kan het achterwiel gerepareerd worden. We besluiten naar de camping te fietsen en die middag de stad te gaan bekijken. ’s Avonds op de camping gegeten en rustig aan gedaan.
Begonnen bij kilometer 1831. Langs het station om een stempel te halen. De tocht gaat eerst langs het kanaal du Midi. Hier hebben we vorig jaar een tijdje in de schaduw gezeten in afwachting van onze trein naar Parijs. De temperatuur is nu een stuk lager. Als we aan de klim van de col de Salettes beginnen, zakt de temperatuur verder en wordt het 13° C. Het weer wordt druilerig en kil, daarom besluiten we in Pons een hotelletje te nemen. Voor het eten maken we een wandeling door het dorp. Het is feest in het centrum, maar door de regen valt dit wat in het water. Pons heeft een authentieke binnenstad maar veel woningen staan leeg, als er huizen opgeknapt zouden worden zou het een erg mooi dorp zijn.’s Avonds is het restaurant van het hotel gezellig gevuld en eten we specialiteiten uit de Gers. Op onze kamer kijken we Nederland –Tsjechië, een spannende wedstrijd. Vooral als af en toe de elektriciteit uitvalt. Nederland verliest met 2-3.
Op de eerste col die ochtend, de Col de Cabaretou komen we twee andere fietsers tegen . Zij rijden Perpignan- Duinkerken,1200 km in 4 dagen. Afgelopen nacht hebben ze ergens in een bushokje twee uur geslapen. Ze doen de tocht al voor de achtste keer samen. In Fraisse stoppen we voor het middageten, het is te koud en te winderig om te picknicken, maar het is feest in het dorp en alle tafels zijn gereserveerd. We kunnen wel elk een broodje krijgen. In Brusque is het hotel gesloten dus rijden we door naar de camping in Fayet. Hier is bijna niemand op de camping. ’s Avonds komt de mevrouw van de gemeente langs voor de betaling.
Het is weer picknick weer geworden. Mooie afdaling naar Lodève . Daar raken we even de weg kwijt. Er zijn nogal veel drukke wegen en wij moeten een klein rustig pad hebben, dat we na wat zoeken ook vinden. Richting Soubès wordt er druk aan de weg gewerkt. We vragen hier weer de weg. We moeten een klein stukje over een RN die op dat moment, i.v.m. de nieuwe brug bij Milau, verbouwd wordt tot vierbaansweg. Het is vervelend rijden. Voor Soubès staat een bord dat verderop de weg is afgesloten. We gaan op zoek naar de camping, die erg verzorgd en rustig blijkt te zijn. Het blijkt dat enkele dagen geleden rotsblokken op de weg zijn gevallen. Deze worden verwijderd en de wand wordt weer gerepareerd. Vanavond wordt de weg weer vrijgegeven. De campingbazin laat een foto zien van een autowrak onder een enorm rotsblok. Je kan je niet voorstellen hoe deze mensen op tijd uit hun auto zijn gekomen. ’s Avonds in het dorp gegeten, waar het ook feest is. We zitten aan een lange tafel met Engelsen die hier wonen. In de schemer teruggelopen naar de camping.
Het breekt toch wel op om zonder veel voorbereiding te gaan fietsen. Vorig jaar hadden we in Nederland, België en Noord Frankrijk een mooie aanloop. Hier begint het gedonder meteen en elke dag. We beginnen met de côte de St. Pierre. Er liggen nog grote stukken rotsen op de weg en mannen zijn bezig stalen netten over de rotswand te spannen. In St. Pierre, bij een Vlaamse mevrouw geitenkaasjes gekocht. Het is tot nu toe elke dag winderig en hier boven op de vlakte is dat extra merkbaar. Tevens hangt er een flinke mist dus zien we jammer genoeg niet veel van de omgeving. In Le Vigan zoeken we een hotel, ik ben moe.
In het hotel blijken ook Engelsen met een tandem te logeren. Zij overnachten alleen in hotels. De lange klim van 23 km naar col de Minier rijden we voornamelijk in de mist. Op de weg liggen vuursalamanders die zich proberen op te warmen maar in groten getale worden platgereden. Als we boven op de col staan blijkt de lucht aan de andere zijde van de berg stralend blauw te zijn. Picknick langs de weg. Daarna verder klimmen naar Mont Aigoual. De laatste 3 km in een fikse regenbui en storm naar boven. Boven in het restaurant thee gedronken, opgedroogd en een stempel gehaald. Als het weer droog is dalen we af naar Les Vanels. Aardige Vlamingen runnen daar de auberge. Marius wil de voetbalwedstrijd van die avond zien en er blijkt geen tv op de kamer te zijn. Daarom rijden we door naar het volgende dorp, maar daar zit het hotel vol. Weer terug naar onze Belgen. Tijdens het eten doet de eigenaresse het voorstel dat we na het hoofdgerecht, forel met zuring, tv mogen kijken op de bank bij de entree. We hebben genoeg tijd om alles op te eten en met de koffie verdwijnen we voor de tv. De fransen zenden Tsjechië- Duitsland uit met de goals van Nederland- Letland. We kijken met twee andere Nederlanders en een Belg. Het is spannend en Tsjechië en Nederland gaan door naar de volgende ronde.
Afwisselende dag met enkele klimmetjes met uitroeptekens. We besluiten de voorgestelde afsteek naar Durfort te nemen omdat de D999 vanuit St. Hyppolyte erg druk schijnt te zijn. Anders waren we doorgereden naar de camping van St. Hyppolyte ,waar we op onze tocht naar Barcelona ook hebben gestaan. In La Salle zijn we een van de weinige gasten op de camping, er zijn vooral stacaravans. We hebben een mooie plek langs een riviertje en krijgen een tafel en twee stoelen van de campingbaas.’s Avonds zien we aan de overkant bevers
Het wordt weer warmer. Bij Durfort kruisen we de route naar Barcelona maar ik herken het niet. We nemen een lange middagpauze tot 15.00. Na Canoules fietsen we over een lange drukke warme weg naar Uzès. De klimmetjes worden vanwege de hitte weer zwaar. Het stuk na Uzès is prachtig. We dalen af naar Tavel waar de camping niet meer blijkt te bestaan. Er is nog plek bij de chambre d’hote in het centrum en we kunnen bij de Italiaan op het terras eten met een Tavel rosé. De fietsen mogen in de kamer staan.
Vandaag een rustige dag zodat we ons een beetje voor morgen kunnen sparen. In Chateauneuf du Pape koffie gedronken met een gebakje dat we, op voorstel van de kelner, zelf bij de bakker halen. Vervolgens het wijnmuseum bezocht. Het is weer warm en we picknicken langs een riviertje. Onderweg drinken we veel. De camping in Bédouin is ANWB gekeurd en ziet er keurig uit. ’s Avonds Nederland – Zweden, de kwartfinale. De campingeigenaar heeft de tv en stoelen op het terras gezet en biedt ons twee flessen wijn aan. Het wordt een spannende avond. Van der Sar dwingt bij de Franse medekijkers respect af met enkele mooie reddingen en voor het eerst sinds 1992 wint Nederland op strafschoppen. Komende woensdag, op Marius z’n verjaardag de wedstrijd tegen Portugal.
Om zeven uur op en goed ontbeten. De Belgische buurman blijkt hem vandaag ook te fietsen. Hij kan om 8.30 een fiets huren bij de fietsenmaker in het dorp. We drukken hem op het hart niet te snel te vertrekken en voor het eind nog wat energie over te houden. Om 8.00 vertrekken we van de camping. Het blijkt dat alle fietsclubs uit de regio de beklimming vandaag rijden, oftewel we gaan met een man of 800 à 1000 omhoog en worden door bijna iedereen ingehaald. Iets voor twaalven bereiken we, na enkele stops, de top. Vooral het stuk door het maanlandschap valt me zwaar.
Even later arriveert ook onze Belgische buurman en twee andere mannen van de camping. Afdaling via Malaucène en op de terugweg naar Bédouin beklimmen we ook nog een col de la Madeleine. Tussen de middag lekker op een terras in het dorp gegeten. Even later schuift ook een groep Belgen aan die de Ventoux ook beklommen heeft. De snelste, een ex-prof en nog minstens twintig jaar jonger was in 1uur en 45 minuten boven. Terug op de camping duiken we het zwembad in waar ook onze Belgische buren zijn. Hij blijkt een semi-prof voetballer te zijn die door scheuringen van zijn kruisbanden nooit de top heeft gehaald. Over een paar dagen gaat hij hem nog een keer beklimmen en hoopt er dan wel wat korter over te doen.
Zelfde weg naar Malaucène terug. In Entrechaux op een terrasje een glas sap gedronken. Als we weer willen vertrekken komt er een enorme donkere onweerswolk aan. We besluiten de fietsen onder de bomen te zetten met de regenhoezen over de tassen. Wij nemen in het café nog een koffie, lezen de regionale krant en wachten tot het droog wordt. Na de bui weer verder. Het is vochtig benauwd geworden. Deze dag blijft de Ventoux op veel plaatsen zichtbaar. De camping van Montbrun ligt naast de extracten fabriek. Het plaatsje is bekend om zijn oliën en essences. Op de camping staan lindebomen zwaar in de bloesem. Deze bloesem wordt geplukt en gedroogd en o.a. voor thee gebruikt.
Voor vertrek een praatje met onze fietsende Franse buren uit de Ardèche gemaakt. Beklimming van de Col de l’homme Mort met steeds een prachtig uitzicht op de Mont Ventoux. Aan de rand van een dorpje op een bankje met uizicht op de Mont Ventoux geluncht. Het waait stevig en het is warm. In Oppedette een steile klim in de volle zon, bij 35°. In de afdaling hebben we flink tegenwind en ik zit aardig stuk. Na de col de Cereste bereiken we het dorp, het blijkt dat we de afslag naar de camping al gepasseerd zijn en we weer terug de col over moeten. Hier heb ik helemaal geen zin in en we besluiten een chambre d’hôte midden in het dorp te nemen.
’s Avonds blijkt het terras van het hotel vol te zitten en we kunnen alleen binnen eten. Er zijn meerdere restaurants in het dorp maar die zijn alle gesloten. We doen wat boodschappen en eten een provisorische avondmaaltijd.
Marius is vandaag jarig en krijgt geen cadeau. Ontbijt in de woonkamer. Er hangen opvallende schilderijen door heel het huis afkomstig van dezelfde maker. Het zijn voornamelijk landschappen. Ze blijken van de gastvrouw te zijn en ze laat haar atelier zien. Vanuit Cereste
volgt er een lange klim en een mooie afdaling naar La Bastide. Op een terras drinken we koffie met gebak dat Marius bij de bakker haalt. In Manosque komen we juist op tijd voor de lunch aan. We nemen allebei een salade, op een mooi terras midden in het centrum. Het begint alweer aardig heet te worden. Het is nogal druk om de stad weer uit te komen en de weg blijft vervelend en druk. Tot overmaat van ramp krijg ik een lekke band. We kunnen nog net in een stukje schaduw staan om hem te plakken. Vervolgens een prachtige vlakte naar Valensole waar de lavendelvelden vol in bloei staan en de bijen het druk hebben. We hebben moeite de camping te vinden. Het laatste stuk, het dorp uit is een steile klim. We hebben stoeltjes en een tafel bij de tent. Om 18.30 lopen we naar het dorp voor een feestmaal en Portugal -Nederland. Na het eten kijken we op een groot scherm als enige naar de wedstrijd. Het wordt 2-1.
De vaart zit er deze ochtend niet in. We bekijken een tijd verpoppende cigalles. Hoe ze uit hun oude huid kruipen en zich vervolgens als het ware opblazen. Het lijkt wel een science-fiction film die er zich voor je voltrekt. In Riez doen we boodschappen en bekijken we de Romeinse ruines. In een parkje, op een bankje lunchen we. We klimmen verder naar Moustiers waar we om 13.30 al op de camping zijn. De benen zijn vandaag in slechte conditie, misschien komt het door de alcoholconsumptie van gisteravond. ’s Middags bekijken we het dorpje.
Lange klim naar de Gorges de Verdon. Het is een prachtig gebied en nog erg rustig zo ’s morgens vroeg. Bij Point Sublime gekeken. Lunchen langs de Verdon. Aan het eind van de dag rijden we recht op een hotel af, gelegen aan de Route Napoléon. De eigenaar is een Belg. We zijn die nacht de enige gasten. De kamers doen een beetje armoedig aan.
Volgende ochtend om half acht aan het ontbijt. Een klein stukje op de grote weg en dan rechtsaf de bergen in. Het is een prachtige weg. De col de Buis heeft enkele steile stukken en ik stop een keer om iets te eten en te drinken. Na Entrevaux volgt een oninteressant stuk langs de spoorlijn, de weg is eigenlijk te groot. De route door de Gorges de Cians is prachtig. Het is midden op de dag weer flink heet en we hebben eigenlijk te weinig water meegenomen. Vooral de stukken langs de tunnels zijn erg de moeite waard. Het laatste stukje naar Beuil valt wat tegen maar even later zitten we op het terras van het hotel aan de koude panaché en is het leed weer geleden.
De volgende ochtend maken we de rest van de klim af. Een lange afdaling naar het dal van de Tineé. In St. Sauveur koffie gedronken en met een Belg gepraat die de GR 5 loopt en overige enkele dagen in Nice, het eindpunt zal aankomen. Wij klimmen die dag langzaam verder naar St. Etienne de Tinée.
De Bonette staat vandaag op het programma. Het begin van de klim gaat door het dal. De klim is haarspeldbocht na haarspeldbocht en we zien de eerste marmotten. Er staat veel wind tijdens de klim. De top lijkt lang van te voren zichtbaar, maar dit blijkt de Cime te zijn Bij de afslag naar Jaussiers staat een Belgische ploegleider, hij vertelt ons dat we op de pas zijn en de rest alleen een rondje om de top is. We besluiten samen met een van de Belgische renners het rondje mee te nemen. Marius gaat vooruit. Tijdens de beklimming valt er voor ons een rotsblok op de weg. Bij het monument op de top staan de overige Belgen. We dalen samen, tot zij afslaan naar Barcelonette. Halverwege de afdaling moeten we een tijd wachten, omdat op de weg gevallen rotsblokken worden opgeruimd.
Vandaag de col de Vars. Geleidelijk door het dal omhoog eerst over een drukke weg maar deze wordt gelukkig rustiger. Door het klimmen wordt het kouder en het waait weer flink. In het skidorp Vars bij de Logis de France gegeten. Doordalen naar Guillestre . Door het dal naar Arvieux, het regent en is koud, gelukkig hebben we wind mee. We stoppen in Arvieux bij auberge La Clapouse en zien de finish van de Tour de France in Whasquehal. Ze zijn hier wel ingesteld op sportieve lui en de fietsen mogen binnen, verwarmd in een hok naast de ingang staan.’s Avonds is het eten wat de pot schaft en dat smaakt prima. Na het eten een wandelingetje door het dorp, het is gelukkig weer droog.
Om zeven uur op . Er is een prima ontbijt alleen regent het en de voorspelling is flinke regen voor de rest van de dag. We brengen die ochtend lezend in de eetzaal door. Om een uur of elf gaan we weer naar de gemeenschapsruimte bij onze kamer omdat de eetzaal vrijgemaakt moet worden voor de gasten van het middageten. Het lijkt op te klaren en we besluiten een broodje te gaan eten en daarna te vertrekken. Onze buren in de eetzaal blijken Nederlanders te zijn. De Col d' Izoard is best pittig. Onze eetburen passeren ons tijdens de klim. Bijna boven begint het te waaien en te hagelen. We warmen ons op de top in het fietsmuseum op en doen nog wat extra kleding aan voor de afdaling naar Briançon. Hier drinken we wat op een terras. Onze eetburen komen langs en zijn verbaasd dat we toch nog zo snel in Briançon zijn aangekomen. Ze vonden dat we langzaam naar boven kropen toen ze ons passeerden. We gaan nog door tot Chantemerle en zoeken daar een hotel. We zien het laatste deel van de ploegentijdrit van de Tour, US Postal wint.
Om zeven uur op. Beneden ontbeten, het regent en de lucht ziet loodgrijs. In de lobby wachten we tot het droog wordt, maar dat wordt het niet. We besluiten weer een kamer te boeken. Een Volkskrant gekocht en naar de Tour de France gekeken. Als we weer in de lobby komen om een rondje door het dorp te maken komen we een groep Duitsers tegen die o.a. de Galibier hebben beklommen en vertellen dat het bar en boos was boven op de top, vreselijk koud, regen en sneeuw. We zijn blij dat we niet verder gegaan zijn.
Vroeg op en op weg naar de Galibier. Overal op de toppen
ligt verse sneeuw, het ziet er prachtig uit. Het is een mooie klim, het laatste
stuk langs de tunnel omhoog is nog even flink steil. Afdalen naar Valloire en
daar gegeten. De klim naar de Telegraph valt erg mee. Daarna een lange afdaling
naar het dal van de Arc. De camping in Orelle is moeilijk te vinden. We hebben
niet veel eten meer en er zijn geen
winkels in het dorpje. Mooie rustige camping, de snelweg en trein liggen
hier in een tunnel. De hele dag was de wind erg sterk, maar deze gaat in de
loop van de avond liggen.
De volgende ochtend komt de mevrouw van de mairie langs om
het stageld te innen. In Modane koffie gedronken, daarna de lange klim naar de
côte de Rossanges. In Aussois inkopen gedaan en even later een plek gezocht
voor de picknick. In het zonnetje weer verder maar het gaat steeds harder
waaien. Het is een erg mooie afdaling. Na het volgende dorp volgt weer een col
de la Madeleine, met enkele steile stukken. Afdaling naar Bessans en in het dal
langs de rivier.
Twee kilometer voor Bessans besluiten we bij de camping te stoppen. Het voorzieningenblok blijkt uit een tijdelijke voorziening te bestaan. Afgelopen januari is de het toilettenblok in een sneeuwstorm met windstoten van 300 km/h weggewaaid. Naar het dorp gelopen voor het avondeten. Er is een militair feest aan de gang. Gegeten met enkele GR 5 lopers waaronder een Australiër die er enkele maanden voor over is gekomen. In de schemer teruggelopen naar de camping het begint al aardig koud te worden.
Het is koud als we opstaan en de tent is vochtig van de
condens. We pakken de tent voor het eerst nat in, het lijkt er niet op dat deze
voorlopig droog wordt. In het dorp boodschappen gedaan. Naar Bonneval waar de
echte klim begint. Er staat een ijzig koude harde wind. We trekken alle kleren
en jassen aan die we bij ons hebben en nog krijg ik het niet warm, de wind is
ijs en ijs koud. Er valt een lichte hagel. De 0º gradiënt schijnt op 2200 meter
te liggen en de col de l’Iseran is 2720 meter hoog. De harde wind maakt het nog
vele malen kouder.
Tijdens de afdaling raak ik zo onderkoeld dat ik eigenlijk
niet meer verder kan, alle onderdelen lijken bevroren. Val d’ Isere wordt
omgedoopt in Val Misère. Ik wil alleen nog maar naar een hotel in een warm bad.
Het wordt een hotel met een warme douche. We zien de finish van de Tour in
Quimper. Marius haalt bij een supermarkt het avondeten. ’s Avonds maken we nog
een ommetje door het dorp, veel winkels en restaurants zijn gesloten, het is
overal uitgestorven. Het hotel waar we inzitten is ook een stuk goedkoper dan
in de winter.
We worden pas om acht uur wakker .Het miezert en de temperatuur is 4º C als we op de fiets stappen. We zijn het dorp nog niet uit of het begint hard te regenen. We schuilen in een bushokje en trekken extra kleren aan. Als het weer wat droger wordt dalen we af naar Bourg- St. Maurice. Onderweg warmen we ons, tijdens een bui, op met koffie. In Bourg een pauze met pizza en pasta. Tussen de regenbuien door schijnt de zon af en toe. We besluiten toch maar de cormet de Roselend op te gaan. Het weer betrekt en er valt af en toe een buitje. Ik begin aardig af te koelen en als ik op een bord langs de kant van de weg zie dat er verderop een auberge is heb ik de keus snel gemaakt. Nat komen we bij de auberge in Chapieux aan . Ze hebben gelukkig nog een kamer. De meeste mensen zijn wandelaars en slapen op zalen. Een lekkere warme douche doet wonderen. Om 19.00 is het gezamenlijke eten. Na het eten is het weer droog en maken we een avondwandeling. Het blijkt dat we vlak bij de Mont Blanc zijn. ’s Avonds worden de fietsen in de eetzaal gezet.
Om 8.00 aan het ontbijt . De fietsen zijn in de regen buiten gezet. We doen de hoezen over de tassen en plastic zakken over de zadels. Er is voor de komende nacht geen plek dus we moeten door. Een franse groep wandelaars houdt een Poolse landdag. De meeste willen niet verder wandelen en met de auto naar de volgende gite. De voorspelling voor vandaag is slecht. We gaan op pad. Als we verder stijgen gaat de motregen over in een flinke bui. We schuilen onder een stuk plastic. Het is 4º C, het regent en er staat een koude wind. Toch maar verder naar de top van de Cormet de Roselend.
Tijdens de afdaling worden de handen en voeten steenkoud.
We dalen langzaam, de weg ligt vol met koeienstront en modder, het wegdek is
spiegelglad. Bij een refuge gaan we naar binnen voor warme koffie, de kachel
staat aan en we drogen onze kleren. Er komen wandelaars binnen die voor de
komende nacht geboekt hebben en geen zin hebben om erop uit te gaan. Ook ik heb
weinig zin om verder te gaan, maar we dalen verder af naar Beaufort waar we
totaal verkleumd aankomen. Het hotel heeft een Nederlandse eigenaar en we
krijgen de laatste kamer. Morgen is het de nationale feestdag en veel mensen
hebben een lang weekend vrij genomen. Na en warme douche het dorpje in, we zijn
vroeg. Aan het eind van de middag gaan we mee met een rondleiding in de
kaasfabriek. We eten in het restaurant in het centrum.
We ontbijten om 8 uur, daarna gaat Marius boodschappen doen en ik pak in. We beklimmen de col des Saissies en picknicken op de top. Het is een ski oord. We dalen weer en beklimmen de col des Aravis. Bovenop lijkt het wel kermis, het is er erg druk. We dalen af naar het dorpje Les Etages en nemen de afslag naar de col de la Croix Fry. Dit stuk wordt op 23 juli in de Tour de France verreden alleen in de andere richting. Mooie afdaling naar Thones. De camping is matig en het sanitair vies, ik snap niet dat de Fransen dat zelf niet ergerlijk vinden.
De tent wordt deze morgen nat ingepakt. We rijden langs het meer naar Annecy, het is een drukke weg maar het uitzicht op eerst het kasteel en daarna op het meer is prachtig. Op een terrasje drinken we koffie. Na de stad wordt het parcours heuvelachtig. Na verloop van tijd zoeken we in een weiland een picknick plek en leggen de tent en de natte kleren te drogen. Het wordt weer warm en de klim naar de côte de Moye is om drie uur ‘s middags in de volle zon pittig. We zoeken in Ruffieux de camping op. We zijn aardig door onze etensvoorraad heen. Dat wordt frites. Het blijkt dat we op een veldje staan met allemaal Nederlandse parapenters die op cursus zijn.
De volgende ochtend weer vroeg op, de tent en de was zijn ook nu weer kletsnat. We willen niet in de hitte de Grand Colombier op. Er zitten twee hele zware stukken in, twee keer 3 kilometer van 14 %. Ik stop een paar keer om te eten en uitgebreid te drinken. Boven op de top in de auberge wat gedronken en gestempeld. Ik heb daarna niet zoveel puf meer om verder te gaan en we gaan op de eerste de beste camping staan. Het is een kleine municipal. In het dorpje blijkt geen winkel noch een café te zijn. Dan maar aan het noodrantsoen begonnen. Marius verveelt zich die middag. We luisteren naar de tour, de rit naar La Mongie, met de beklimming van de Tourmalet. De radio stoort flink, in de omgeving bouwen zich enorme onweerswolken op maar bij ons blijft het gelukkig droog.
In het eerste dorp met een winkel doen we uitgebreid boodschappen. De route klimt langzaam naar Hotonnes. Deze dag staan er twee kleine cols op het programma maar het blijft de hele dag klimmen en dalen. Aan het eind van de dag een mooie lange langzame afdaling naar St Claude. We hebben eerst moeite om de camping te vinden. Gaan ’s avonds uit eten op de camping met Peter en Irene, die nu op een Harley zijn maar vroeger veel gefietst hebben. Op mijn vraag waarom die motoren altijd zo’n klere herrie moeten maken antwoordt Peter “Loud pipes saves lives”. Het wordt gezellig, erg laat en de wijnconsumptie is overvloedig. Om twee uur liggen we die nacht in bed, een record in onze fietscarrière.
Om negen uur niet fit opgestaan. Peter komt ons nog even uitzwaaien. In St. Claude boodschappen gedaan. In het veldje waar we die middag picknicken ontwaart Marius een groot insect die in het gras aan het graven is. Het blijkt een veenmol te zijn. We zijn in de Jura aanbeland, een erg mooie streek. We rijden steeds door een lang dal, een soort hoogvlakte, moeten dan weer een colletje over en belanden weer op een nieuw plateau. We stoppen in Mouthe op de camping, bij de bron van de Doubs en eten ’s avonds in het restaurant van de camping.
De volgende ochtend doen we in het dorp boodschappen en drinken koffie. Andere Nederlanders komen bij ons aan tafel zitten De vrouw kent de omgeving goed en raadt ons aan een stuk om te rijden voor een leuk meer. We besluiten de route gewoon te volgen. De Jura is ons onbekend maar erg mooi. We hebben alleen weinig informatie over campings en als we er naar vragen is er ook niets in de buurt. We rijden door tot Vercel Villedieu, daar moet een hotel zijn. Het hotel blijkt op maandag gesloten maar bij navraag is er verderop in het dorp ook nog een klein hotel. Het is een beetje verlopen, we zijn de enige gasten. De eigenaar is erg aardig en maakt speciaal voor ons een avondmaaltijd. ’s Nachts trekt er een zwaar onweer over en we zijn blij dat we niet op de camping staan.
Om 8 uur ontbijt en een halfuurtje later vertrekken we. De lucht ziet eruit alsof er regen aankomt. Als we in een bar koffie drinken regent het ook en we wachten de opklaring af. We rijden verder en tijdens de middagpauze schuilen we in een bushok voor de volgende bui. Het begint op te klaren en we rijden door naar Ronchamps. Boven op een heuvel ligt de Chapel de Notre Dame du Haut van le Corbusier, een van de mooiste gebouwen uit de hedendaagse architectuur. Het is een aardige klim naar de kerk maar het is prachtig. We blijven tot sluitingstijd en zoeken daarna de camping in Champagney op. Marius is ongerust, er komt weer een dreigend onweer aan en dan is een plek aan een meer volgens hem niet zo geschikt. We eten bij de snackbar van de camping en het onweer drijft voorbij.
’s Morgens staan we in de schaduw en is de tent nog nat als we opstaan. Voor het begin van de Ballon d’ Alsace in Giromagny drinken we koffie en komen de eerste fietsers voorbij. Na alle grote cols is deze overzichtelijk, het weer is ook van positieve invloed, niet te koud en niet te warm. Een kilometer na de top picknicken we in het bos. Bij de VVV van Bussang informeren we naar de mogelijkheden van een fietspad maar dat weten ze niet. Op de col de Bussang zijn asfaltering werkzaamheden en de weg is afgesloten voor vrachtverkeer. Daarom is de weg gelukkig redelijk rustig. Er wordt hard gereden. In de afdaling nemen we een zijpad naar een fietsroute, het is een korte steile klim maar de fietsroute is prima. De camping in Willer ligt buiten het dorp, aan de voet van de klim van de Grand Ballon. Marius gaat in Willer boodschappen doen. Die nacht onweert het weer.
Vervolg van de klim over rustige weg, we worden ingehaald door een peloton Belgen. Bij de kruising linksaf en we pauzeren voor wat eten en drinken. Op de top wat gedronken, met twee medeklimmers aan een tafeltje. Ze hebben hun vrouwen bij een stuwmeer afgezet en maken samen tochten. Daarna diverse cols en een mooie route de Crete. De drukte valt mee. Op de route heb ik een lekke band. We drinken wat bij een kaasboer op het terras. Binnen stinkt alles naar de Münster kaas. Door naar de col de la Schlucht. Na de kruising is het weer erg druk. Het is een lange afdaling naar Münster tussen auto’s en vrachtwagens. In Münster kijken we naar de tour etappe over de Col de la Croix Fer, het stukje wat we zelf ook hebben gereden. Daarna gaan we naar de VVV voor het adres van een fietsenmaker omdat ik nu toch een nieuwe buitenband wil. Maar bij de diverse fietsenmakers lukt het niet, ze zijn in Frankrijk ingesteld op 26’ wielen en de mijne zijn 28’ . We doen boodschappen en zoeken de camping op. Die avond is er een folkloristische zang en dansgroep. We staan naast een watervalletje en horen er gelukkig niet veel van het gezang.
Ontbijt in de campingwinkel gekocht. De klim naar Hohrodberg is erg steil en valt tegen. Het is grappig om over het hospitaal terrein te rijden. Over de oude route verder naar boven. We komen langs een Duitse en een Franse begraafplaats uit de eerste wereldoorlog, waar de slachtoffers van de slag om de Linge liggen. Tijdens de picknick kijken we naar Marius zijn fiets, tijdens het terugtrappen loopt de ketting niet mee. We dalen af naar Ste Marie –aux- Mines. Het is een troosteloze stad, hier leefde men vroeger van de zilvermijnen. Er is geen fietsenmaker in het dorp. In een lichte regen beklimmen we de col de Ste Marie. Boven op de col is een hotel. We zij weer de enige gasten.
Volgende ochtend na het ontbijt is er nog een fietser buiten. Hij heeft koffie gedronken in de bar, en is op weg van Parijs naar Hongarije. Hij slaapt ’s nachts in bushokjes of cabanes in het bos en heeft desalniettemin erg veel bagage bij zich. We gaan naar St. Dié voor een fietsenmaker. We stappen om 9.30 binnen. Hij heeft het druk want hij gaat morgen op vakantie. Er staat een Duitser voor de deur die in de buurt woont en enkele solexen maanden geleden ter reparatie heeft aangeboden Hij zegt dat hij pas vertrekt als alles gerepareerd is. De fietsenmaker bekijkt de fiets, haalt het achterwiel uit elkaar, er komt een gebroken kogeltje uit. Er worden nieuwe kogeltjes in gezet en hij probeert het wiel weer te richten. Dit lukt niet, er moet nog wat anders aan de hand zijn. We moeten na de pauze om 13.30 maar weer terug komen, hij gaat eerst de solexen repareren. We bezoeken de stad en gaan lunchen. Als we om 14.30 weer arriveren heeft hij nog niets gedaan en haalt het wiel weer uit elkaar, hij bekijkt de as eens goed en constateert dat deze licht krom is. Nieuwe as erin en het wiel wordt weer gericht. Ook nu is het probleem dat de slag zich verplaatst en er niet uit wil. Zo langzamerhand zijn alle franse vloeken de revue gepasseerd. Wiel weer uit elkaar en hij gaat op zoek naar een nieuw freewheel die hij uit een ander wiel haalt. Gelukkig heeft hij de juiste onderdelen. Nadat deze keer het wiel in elkaar is gezet lukt het richten wel en om 16.30 is de fiets klaar. De fietsen maker rekent een uur arbeidsloon en de onderdelen. We halen even verderop een fles wijn voor hem en vertrekken naar de camping. Als we een week later thuis zijn sturen we hem nog een kaartje dat we goed zijn aangekomen.
Het is redelijk weer en rustig op de weg. Het is nog spannend hoe de fiets zich houdt. Bij de col du Steige drinken we koffie met gebak in dezelfde gelegenheid als waar we jaren geleden op weg naar Florence hebben geluncht. Na de col de Charbonnière zoeken we een plek in het bos voor de middagpauze. Er komen twee boswachters vragen of we vreemde dingen hebben gezien en of er iemand met een auto voorbij gekomen is. Dit is niet het geval. Als we weer willen opstappen blijk ik een lekke voorband te hebben. Op weg naar Mont Ste. Odille . Er zijn veel toeristen en het uitzicht is prachtig. Op kaarten van de omgeving zoeken we naar een camping, deze ligt 3 km van de route. We eten ’s avonds in het restaurant van de camping. Het is er erg druk en de bediening kan het niet aan. Op alles moeten we erg lang wachten en de rekening klopt ook niet.
’s Ochtends regent het licht, als dat ophoudt vertrekken we. In Gresswiller doen we boodschappen en maken een praatje met een mevrouw die het Duitse dialect van de streek spreekt. We kunnen ons in het Duits verstaanbaar maken. We krijgen twee appels uit eigen tuin mee voor onderweg. Het is wat kil om buiten te eten en in Romanswiller rijden we om 12.00 recht op een restaurant af. Het ziet er chic uit, er is ook een deel voor chauffeurs waar het goedkoper is maar wij kiezen voor het deftige deel. Het eten is heerlijk en ook niet duur. We passeren onze laatst côte, maar het blijft klimmen naar Saverne. Aangekomen bij het station halen we ons laatste stempeltje. Vorig jaar toch niet verwacht dat dit zou lukken. We rijden door naar de camping in Lutzeburg. Die avond krijgen we nog een fikse plensbui.
Het blijft de daarop volgende dagen matig weer, we rijden weer de Benjaminse naar Rome tocht en de route naar de Middellandse zee in omgekeerde volgorde en staan weer op de campings van Harprich, Altzingen, Schleiff ( het fietspad gaat over de camping) en Spa. Het is weer heel gezellig op de campings met de medefietsers, dat heb ik onderweg wel gemist. Het is ook erg leuk de route in omgekeerde volgorde te doen. Het blijkt dat vooral de route naar de Middellandse zee erg populair is. Vanuit Maastricht nemen we op zaterdagmiddag de trein naar Delft, het is mooi geweest.
Na afloop van de tocht denk je in eerste instantie: het
was leuk maar dat doen we nooit weer.
Het vreemde is dat fietsen in de bergen
verslavend lijkt te werken. Nu ik dit schrijf, mei 2005, bijna een jaar na de
tocht begint het toch weer te kriebelen. De tocht is op allerlei niveaus te
rijden, het belangrijkste is dat je een eigen tempo blijft rijden, vooral in de
bergen. Wij zijn niet zo van die kilometer vreters en vinden toeristische
uitstapjes altijd erg leuk. Daar ontbreekt het jammer genoeg in de beschrijving
aan. Ook zijn we weinig andere fietsers tegengekomen. We vonden de Franse Alpen
het mooist maar de Pyreneeën zijn het rustigst. In de Alpen zijn er teveel
motorrijders die vaak asociaal rijden.
Op fietsvakantie is het weer een bepalende factor, dit jaar de kou en regen in de bergen en vorig jaar de enorme hitte in het zuiden van Frankrijk. Dit zijn factoren waar je geen invloed op hebt en deze kunnen op den duur je doen besluiten te stoppen, zoals we vorig jaar hebben gedaan.
Wie weet komt de tocht, of delen ervan, komende jaren nog eens op het programma.